Classroom Strategies

Background

De Semantic Feature Analysis strategie betrekt leerlingen bij leesopdrachten door hen te vragen geselecteerde woordenschat te relateren aan belangrijke kenmerken van de tekst. Deze techniek maakt gebruik van een matrix om leerlingen te helpen ontdekken hoe een reeks dingen met elkaar in verband staat. Gebruik deze strategie om leerlingen te helpen:

  • de betekenis van geselecteerde woordenschatwoorden te begrijpen
  • woordenschatwoorden in logische categorieën te groeperen
  • de ingevulde matrix te analyseren

Voordelen

Een semantische kenmerkenanalyse verbetert het begrip, de woordenschat en de inhoudsretentie van leerlingen. Deze strategie helpt leerlingen om verwante kenmerken of concepten te onderzoeken en er onderscheid tussen te maken. Door de ingevulde matrix te analyseren, kunnen de leerlingen verbanden visualiseren, voorspellingen doen en belangrijke concepten beter begrijpen.

Docenten kunnen deze strategie gebruiken met de hele klas, kleine groepjes of individueel. Het volgen van de matrix van elke leerling geeft leraren informatie over hoeveel de leerlingen weten over het onderwerp. Zo kan de leerkracht de instructie daarop afstemmen.

Creëer en gebruik de strategie

Selecteer een passage uit de tekst voor de leerlingen. Modelleer de procedure voor het gebruik van de matrix als een hulpmiddel voor het vastleggen van leesobservaties. Geef de leerlingen de belangrijkste woordenschatwoorden en belangrijke kenmerken met betrekking tot het onderwerp. Help de leerlingen bij het maken van hun matrix. De woordenschatwoorden moeten in de linkerkolom staan en de kenmerken van het onderwerp in de bovenste rij van de matrix. Als de matrix klaar is, neem dan alle woorden en kenmerken met de leerlingen door en laat hen de tekst zorgvuldig lezen.

Volg de onderstaande stappen voor het gebruik van de Semantische Feature Analyse strategie:

  1. Laat de leerlingen de toegewezen tekst lezen.
  2. Zet de leerlingen tijdens het lezen een “+”-teken in de matrix wanneer een woord uit de woordenschat overeenkomt met een bepaald kenmerk van het onderwerp. Als het woord niet overeenkomt, kunnen de leerlingen een “-” in het raster zetten. Als de leerlingen geen verband kunnen vaststellen, mogen ze het leeg laten.
  3. Laat de leerlingen na het lezen en invullen van de matrix hun ingevulde grafiek analyseren door:
  • hun waarnemingen te delen;
  • verschillende resultaten te bespreken; en/of
  • een samenvatting te schrijven van wat ze hebben geleerd

Verder lezen

* Om dit bestand te bekijken, hebt u een exemplaar van Acrobat Reader nodig. Op de meeste computers is dit programma al geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, kunt u het nu downloaden.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.