De figuur van de gekke wetenschapper, het excentrieke genie, behoort niet langer uitsluitend toe aan Einstein. In de laatste twee decennia heeft de fascinatie van het publiek voor de figuur van Nikola Tesla de mythe zozeer doen uitdijen dat deze nu de onbetwistbare prestaties van deze grote Servische uitvinder overstijgt. In de populaire cultuur wordt Tesla gezien als een onbezongen held wiens verdiensten niet voldoende werden erkend. En in dit mythische verhaal verschijnt een hebzuchtige schurk genaamd Thomas Edison, die eerst zijn best doet om Tesla’s succes te verhinderen en later probeert zijn erkenning in de kiem te smoren
De gedocumenteerde werkelijkheid is echter anders. De verwezenlijkingen van Nikola Tesla (1856-1943) werden onmiddellijk erkend en hij was van jongs af aan tot in zijn laatste jaren een vereerde figuur, zowel bij zijn gelijken als bij het grote publiek. Reeds in 1896 zei de grote ridder van de fysica, Lord Kelvin, dat “Tesla meer heeft bijgedragen tot de elektrische wetenschap dan enig ander man tot zijn tijd”. En de waarheid is dat de belangrijkste onderscheiding die Tesla ontving de Edison Medaille was, die zijn vermeende vijand gemakkelijk had kunnen voorkomen, omdat deze onderscheiding was gecreëerd en uitgereikt door een commitee waarin enkele goede vrienden van Edison zaten.
Op 18 mei 1917 kende het Amerikaanse Institute of Electrical Engineers (nu het IEEE) Tesla de Edison Medal toe. Die dag was het precies 29 jaar geleden dat (op 18 mei 1888) een wetenschappelijk artikel werd gepubliceerd waarin Tesla zijn grootste succes als uitvinder uiteenzette: een inductiemotor die werkte met een meerfasensysteem dat op wisselstroom werkte.
Op 1 mei 1888 had Tesla al verschillende patenten gekregen met betrekking tot de inductiemotor en het polyfasensysteem – en aangezien Edison zijn voorstellen had afgewezen, had hij ze in dienst gesteld van Westinghouse Electrics. Met de wisselstroomtechnologie in handen won Westinghouse de “Oorlog van de Stromen” tegen Edison en General Electrics, die hadden ingezet op gelijkstroom. Het was een harde technische, commerciële en juridische strijd waarin Edison speelde met de angst van het publiek voor elektrische schokken, waarbij hij zelfs zo ver ging dat hij dieren in het openbaar elektrocuteerde om de gevaren van wisselstroom aan te tonen. In die tijd deed Edison Tesla af als “een dichter van de wetenschap. Zijn ideeën zijn prachtig, maar volstrekt onpraktisch.”
Tesla’s grote eerbetoon
Maar tegen 1917 was de strijdbijl begraven. De Edison medaille erkende het grote idee van Tesla, wiens technologie niet alleen was gebruikt om steden te verlichten, maar ook als het “bijna universele middel om elektrische energie om te zetten in mechanische energie.” In zijn toespraak op de avond dat hij de medaille ontving, voegde Bernard A. Behrend eraan toe: “Als wij de resultaten van het werk van de heer Tesla zouden aangrijpen en uit onze industriële wereld zouden verwijderen, zouden de raderen van de industrie niet meer draaien, onze elektrische auto’s en treinen zouden stoppen, onze steden zouden in het donker achterblijven, onze molens zouden dood en nutteloos zijn.”
Nikola Tesla sprak zijn dank uit voor de onderscheiding en droeg deze woorden op aan Edison, waarbij hij zijn praktische opvattingen prees: “Toen ik naar Amerika kwam, ontmoette ik Edison, en het effect dat Edison op mij had, was nogal buitengewoon. Ik zag hoe deze buitengewone man, die geen enkele opleiding had gehad, het allemaal op eigen kracht deed. Ik voelde me gekrenkt dat ik mijn leven had verkwanseld – ik had een dozijn talen gestudeerd en me verdiept in literatuur, ik las alles wat me in handen viel.” Tesla herinnerde zich zijn eerste jaar in de VS toen hij onvermoeibaar voor Edison werkte, en Edison bewonderde Tesla’s uithoudingsvermogen.
Hoewel Tesla in zijn toespraak benadrukte dat vasthoudendheid en hard werken de enige dingen waren die hij met Edison deelde: “Ik had geen modellen nodig, noch tekeningen of experimenten, ik kon het allemaal in mijn hoofd doen. De manier waarop ik onbewust een nieuwe methode ontwikkelde om uitvindingen en ideeën te materialiseren, is precies het tegenovergestelde van de zuiver experimentele methode, waarvan Edison ongetwijfeld de grootste en meest succesvolle exponent is.” Die toespraak uit 1917 onthult niets meer dan een professionele afstand tussen Edison en Tesla.
Van lof naar kritiek
Jaren en decennia gingen voorbij totdat Edison in 1931 overleed. De volgende dag publiceerde The New York Times deze uitspraken van Tesla: “Als hij een naald moest vinden in een hooiberg, zou hij, in plaats van te stoppen om na te denken waar die zich het meest waarschijnlijk zou bevinden, met de koortsachtige ijver van een bij, stro na stro onderzoeken tot hij het voorwerp van zijn zoektocht vond. Zijn methode was uiterst inefficiënt. Ik was bijna een droevige getuige van zulke dingen, wetende dat een beetje theorie en berekening hem negentig procent van zijn werk zou hebben bespaard.”
“In het licht hiervan zijn zijn prestaties bijna een wonder. De terugkeer van een fenomeen als Edison is niet erg waarschijnlijk. Hij zal een unieke en verheven plaats innemen in de geschiedenis van zijn land, dat misschien wel trots zal zijn op zijn grote genie en onsterfelijke prestaties in het belang van de mensheid,” voegde Tesla eraan toe, die ook wees op Edisons gebrek aan hobby’s en geringe waardering voor de persoonlijke hygiëne.
Deze kritiek op wetenschapsiconen was niet ongewoon voor Tesla, die maar lof bleef ontvangen. In het jaar van Edisons dood was Nikola Tesla 75 jaar oud en het tijdschrift Time wijdde zijn hele voorpagina van de editie van 20 juli 1931 aan hem, met het onderschrift “De hele wereld is zijn krachtcentrale”. Albert Einstein zelf feliciteerde Tesla met zijn 75ste verjaardag: “Als eminent pionier op het gebied van hoogfrequente stromen… feliciteer ik u met de grote successen van uw levenswerk.”
Van zijn kant heeft Tesla nooit de kwantumfysica of de relativiteitstheorie aanvaard: “Einsteins relativiteitswerk is een prachtig wiskundig gewaad dat fascineert, verblindt en mensen blind maakt voor de onderliggende fouten. De theorie is als een bedelaar gekleed in purper, die door onwetende mensen voor een koning wordt aangezien… de exponenten ervan zijn briljante mannen, maar het zijn eerder metafysici dan wetenschappers,” verklaarde hij in 1935 aan The New York Times. Tesla verwierp de golf-deeltje dualiteit van ruimtekromming en zei tegen de pers dat hij elektriciteit sneller dan het licht kon laten reizen.
Tesla besteedde zijn laatste jaren aan het onderzoeken van een wapen om wereldvrede te bereiken, dat hij de “doodstraal” noemde. De elegante en slungelige Serviër die aan het eind van de negentiende eeuw de New Yorkse samenleving had verblind, was nu een excentrieke oude man, met schaarse economische middelen, die alleen in een hotelkamer woonde en zich uitsloofde om de duiven in de straten van de Big Apple te voeren en te verzorgen.
Het was in deze toestand dat Tesla in 1943 op 86-jarige leeftijd overleed. Het jaar daarop publiceerde een journalist die Tesla in zijn laatste jaren zeer nabij was, John J. O’Neill, de eerste biografie van de grote uitvinder: “Prodigal Genius: The Life of Nikola Tesla.” Het was dit boek dat de rol van Edison als de slechterik begon te smeden, herinnerend aan een meningsverschil toen Tesla nog voor hem werkte, vele jaren eerder. Tesla vertelde O’Neill dat Edison hem 50.000 dollar beloofde als hij enkele machines die hij in zijn bedrijf had en die uiterst inefficiënt waren, kon herontwerpen. Tesla beweerde dat toen hij daarin slaagde, Edison weigerde hem te betalen en hem in plaats daarvan bespotte.
Voor historici zoals Jill Jones, auteur van “Empires of Light”, is het niet geloofwaardig dat Edison een beginnende arbeider zo’n grote som zou aanbieden, die gelijk zou staan aan het startkapitaal van de onderneming en aan 53 jaar salaris van de jonge Tesla. Of dit nu de reden was, of dat zijn chef zijn salaris niet wilde verhogen van $18 naar $25 per week (zoals opgemerkt door andere bronnen), feit is dat Tesla zijn baan na minder dan een jaar in de onderneming opgaf en in 1885 zijn eigen onderneming oprichtte om te wedden op wisselstroom.
Een meer “geromantiseerde” versie
Tesla is die onenigheid nooit vergeten, volgens zijn eerste biograaf. In het hoofdstuk over de Edison-medaille portretteert O’Neill een Nikola Tesla die de prijs aanvankelijk wilde afwijzen en vervolgens op het beslissende moment verdween van het gala dat ter ere van hem werd gehouden. Hij was de duiven gaan voeren. Zijn vriend Behrend vond hem op straat “met een kroon van twee duiven op zijn hoofd, zijn schouders en armen versierd met een dozijn andere. Op elk van zijn uitgestrekte handen zat een andere vogel, terwijl er schijnbaar nog honderden meer een levend tapijt op de grond vormden.”
Volgens de details van dit verhaal maakte de uitvinder een gebaar, zodat enkele vogels van Tesla’s schouders naar zijn verbaasde vriend vlogen. En dan ging Tesla terug naar het gala en hield een lange en geïmproviseerde aanvaardingsrede, waarvan geen verslagen werden bewaard. In Tesla’s eerste biografie werd deze episode, waarin hij Edison publiekelijk prees, dan ook buiten beschouwing gelaten. De toespraak is echter vrij goed bewaard gebleven (u kunt hem hier vinden, vrijwel intact) en werd een week later gepubliceerd door het tijdschrift Electrical Review en Western Electrician.
Met deze air van mysterie en excentriciteit, maar zonder documentaire strengheid, verspreidde het boek “Prodigal Genius: The Life of Nikola Tesla” het idee van een verergerd antagonisme tussen Edison en Tesla, en het begon door te dringen in de populaire cultuur toen andere biografen John J. O’Neill’s versie herhaalden, inclusief de scène met de duiven. Tesla’s verhaal is op die manier misschien fascinerender, met een kwaadaardige Edison in de schaduw. Maar, zoals bleek bij het eerbetoon in 1917 en bij vele andere erkenningen later, was een schurk niet nodig om de heldendaden van de grote held van de elektriciteit kracht bij te zetten.