Wangedrag bij onderzoek doet zich voor wanneer een individu opzettelijk, gevaarlijk of nalatig afwijkt van geaccepteerde praktijken waarvan de universiteit verwacht dat ze worden gevolgd (d.w.z. onaanvaardbare praktijken). Dit omvat specifiek (maar is niet beperkt tot) onaanvaardbare praktijken als genoemd in bijlage 2 van het beleid inzake goede onderzoeks- &innovatiepraktijken (GRIP).
Ongewenst gedrag op onderzoeksgebied omvat niet:

  • Echte fouten (tenzij deze als nalatig worden beschouwd) en verschillen in bijvoorbeeld opzet, uitvoering, interpretatie of oordeel bij de evaluatie van onderzoeksmethoden of -resultaten.
  • Wangedrag dat geen verband houdt met het onderzoek.
  • Om twijfel te voorkomen: wangedrag op onderzoeksgebied omvat zowel nalatigheid als schuld. Bovendien moeten de normen aan de hand waarvan beschuldigingen van wangedrag bij onderzoek worden beoordeeld, de normen zijn die golden op de datum waarop het onderzochte gedrag plaatsvond.

Toepassingsgebied

Alle personeelsleden

Definitie

De universiteit hanteert de volgende, niet-uitputtende definitie, die is gebaseerd op richtsnoeren van de Wellcome Trust:

“Het fabriceren, vervalsen, plagiëren of bedriegen van onderzoeksresultaten bij het voorstellen, uitvoeren of rapporteren ervan, of het opzettelijk, gevaarlijk of nalatig afwijken van aanvaarde praktijken bij het uitvoeren van onderzoek. Het omvat het niet volgen van gevestigde protocollen of het niet naleven van gevestigde ethische principes indien dit leidt tot onredelijke risico’s of schade voor mensen, andere levende organismen of het milieu en het vergemakkelijken van wangedrag bij onderzoek door medeplichtigheid aan, of het verhullen van, dergelijke handelingen door anderen. Het omvat het opzettelijk ongeoorloofd gebruik, de ongeoorloofde openbaarmaking of verwijdering van, of schade aan, met onderzoek verband houdende eigendommen van een ander, met inbegrip van apparatuur, materialen, geschriften, gegevens, apparatuur of programmatuur, of andere stoffen of apparatuur die worden gebruikt bij of voortgebracht door het verrichten van onderzoek. Het omvat ook plannen, complotten of pogingen om een van de bovenstaande zaken te doen.”

Kernbeginselen

  • Medewerkers die onderzoek doen, kunnen op grond van de universitaire statuten hun recht op academische vrijheid uitoefenen, maar moeten ook de verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat de integriteit van het onderzoek wordt gehandhaafd en zich bewust zijn van de wettelijke voorschriften die hun werk regelen.
  • Om alle belanghebbenden (met inbegrip van financiers, sponsors, toezichthouders, personeel, wetenschappelijke uitgevers, studenten, deelnemers aan onderzoek en patiënten) in staat te stellen erop te vertrouwen dat hoge normen van onderzoekintegriteit te allen tijde door de universiteit worden gehandhaafd en dat beschuldigingen van wangedrag bij onderzoek serieus worden behandeld en zo vertrouwelijk worden onderzocht als redelijkerwijs mogelijk is.
  • Alle personeelsleden/werknemers en studenten zijn verplicht (en alle personen die gemachtigd zijn om te werken in de universiteit, haar faciliteiten of anderszins onderzoek doen namens de universiteit hebben een verantwoordelijkheid om te melden) aan de universiteit elke bezorgdheid over mogelijk wangedrag bij onderzoek, hetzij getuige, hetzij wanneer zij redelijkerwijs van mening zijn dat dit zich voordoet, heeft voorgedaan of zich waarschijnlijk zal voordoen.
  • Die personeelsleden, werknemers en studenten die dergelijke zorgen uiten in overeenstemming met dit beleid, zullen niet worden bestraft of benadeeld door de universiteit om dit te doen, mits zij dit doen in vertrouwen en redelijkerwijs geloven dat mogelijk wangedrag bij onderzoek zich voordoet, heeft voorgedaan of zich waarschijnlijk zal voordoen.
  • Waar van toepassing, kunnen kwesties worden opgelost door middel van informele discussies, advies, begeleiding, of overeengekomen bemiddeling, zonder dat een formeel onderzoek nodig is.
  • De basis voor het bereiken van een conclusie dat een individu verantwoordelijk is voor wangedrag bij onderzoek berust op een oordeel dat er een intentie was om het wangedrag te begaan en/of nalatigheid bij de uitvoering van enig aspect van het verrichte onderzoek en dat de bewijslast die is van “on the balance of probabilities”.
  • Om de reputatie te beschermen van diegenen die verdacht worden van, of beweerd worden zich te hebben beziggehouden met, wangedrag, wanneer de beschuldigingen of vermoedens niet worden bevestigd.
  • Afhankelijk van de uitkomst van een onderzoek, kunnen andere relevante formele procedures worden gestart, waaronder bijvoorbeeld de disciplinaire of bekwaamheidsprocedures van de universiteit. In dergelijke gevallen kunnen de gegevens/bevindingen van een onderzoek geheel of gedeeltelijk worden gebruikt voor het onderzoeksonderdeel van dergelijke procedures.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.