Reverberatie

Reverberatieartefacten treden op wanneer twee of meer sterk reflecterende structuren evenwijdig aan elkaar liggen en het pad van de ultrageluidsbundel loodrecht op deze sterk reflecterende structuren staat ( figuur 6.1 ). De ultrageluidpulsen weerkaatsen meerdere malen tussen de sterk reflecterende structuren of tussen een sterk reflecterende structuur en de transducer. Het ultrageluidapparaat geeft deze reflecties weer als een reeks heldere, parallelle lijnen op regelmatige afstanden distaal van de reflecterende structuur of structuren, waarvan de helderheid afneemt naarmate de diepte toeneemt. Het ultrageluidapparaat kent de diepte toe aan structuren op basis van de tijdvertraging van terugkerende echo’s. Echo’s die na één enkele weerkaatsing naar de transducer terugkeren, krijgen een vaste diepte toegewezen, in tegenstelling tot echo’s met meerdere weerkaatsingen, waaraan een geleidelijk diepere diepte wordt toegewezen.

Figuur 6.1

Reverberatieartefact aan het pleuraoppervlak levert een reeks horizontale lijnen op die A-lijnen worden genoemd.

Weefselinterfaces waar er een groot verschil in geluidssnelheid is tussen de twee weefsels, zijn sterk reflecterend. Deze meting van de weerstand tegen de passage van ultrageluidsgolven door een materiaal of weefsel wordt akoestische impedantie genoemd. De hoeveelheid geluidsgolven die bij een weefselinterface wordt gereflecteerd, is recht evenredig met het verschil in akoestische impedantie tussen twee aangrenzende weefsels. Als er geen verschil is in akoestische impedantie tussen twee verschillende weefsels, zal er geen weerkaatsing van geluidsgolven zijn, maar als er een aanzienlijk verschil in akoestische impedantie is, zal er weerkaatsing van een groot deel van de geluidsgolven naar de transducer zijn. Nagalmartefacten treden op bij weefselinterfaces met grote verschillen in akoestische impedantie. Een klassiek voorbeeld van nagalmartefacten doet zich voor in de normale long aan het pleuraoppervlak, de zogenaamde A-lijnen (figuren 6.1 en 6.2). Dit specifieke nagalmartefact wordt veroorzaakt door meervoudige reflecties tussen het sterk reflecterende borstvliesoppervlak en de huid-transducer interface. Galmartefacten kunnen nuttig zijn voor de beoordeling van weefseleigenschappen, maar zij kunnen een adequate beeldregistratie van diepere structuren belemmeren.

Figuur 6.2

A-lijnen zijn nagalmartefacten die in de longen worden waargenomen als gevolg van pleurale reflecties.

Er kunnen enkele technieken worden gebruikt om de effecten van nagalmartefacten tot een minimum te beperken. Omdat nagalm optreedt wanneer de ultrageluidsbundel loodrecht door sterk reflecterende structuren gaat, kan door aanpassing van de invalshoek van de transducer de aanwezigheid van nagalm worden verminderd. Ook kan het verkleinen van de afstand tussen het te onderzoeken object en de ultrasone transducer de nagalmartefacten verminderen. Tissue harmonic imaging (THI) kan artefacten verminderen door de gebruikte fundamentele (oorspronkelijke) frequenties te filteren. Het zendt slechts tweemaal de originele frequentie uit en versmalt de breedte van de ultrageluidsbundel. Dit verbetert de beeldkwaliteit door de artefacten te verminderen, de ruimtelijke resolutie te verbeteren en de penetratie te vergroten.

Een bepaald type nagalmartefact, bekend als komeetstaartartefact, ontstaat wanneer geluidsgolven worden gereflecteerd tussen twee sterk reflecterende oppervlakken die zich zeer dicht bij elkaar bevinden. Komeetstaarten verschijnen klassiek als heldere verticale lijnen met een taps toelopende vorm. Na verscheidene weerkaatsingen wordt de amplitude van de terugkerende echo’s kleiner, wat wordt weergegeven als een versmalling van de lijnen ten opzichte van de oorspronkelijke echo. Deze “stapeling” van heldere horizontale lijnen die zeer dicht bij elkaar liggen met een geleidelijk afnemende breedte creëert een beeld van heldere taps toelopende verticale lijnen (Video 6.1 ). Komeetstaart artefacten kunnen worden waargenomen in normale en abnormale longen en worden in meer detail beschreven in hoofdstuk 9 .

Ring-down artefacten zijn vergelijkbaar met komeetstaartartefacten, maar worden door een ander mechanisme veroorzaakt ( figuur 6.3 ). De bron van ring-down artefacten is een kleine zak met vloeistof die wordt ingesloten door omringende luchtbellen. Ultrasone geluidsgolven raken een holte met ingesloten vloeistof, de geluidsgolven resoneren in de vloeistof en een continue geluidsgolf wordt terug naar de transducer gezonden. De resonantietrillingen die door de ultrageluidtransducer worden gedetecteerd, worden weergegeven als heldere verticale lijnen die zich tot diep in de opgesloten vloeistof uitstrekken. Ring-down artefact wordt vaak door elkaar gebruikt met komeet-staart artefact, maar hun oorsprong is verschillend.

Figuur 6.3

Ring-down artefact wordt veroorzaakt door reflecties van door lucht ingesloten vloeistof, die hier te zien zijn ter hoogte van de hepatische flexuur.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.