Laat het maar aan Morgan Housel over om het debat over optimisme versus pessimisme in een interessant daglicht te stellen. Hij schrijft:
“Het verschil tussen een optimist en een pessimist zit hem meestal niet in de inhoud. Het is het tijdsbestek waarnaar ze kijken. Problemen zijn vandaag gemakkelijker te herkennen, maar vooruitgang is na verloop van tijd bijna altijd krachtiger.”
Laten we eens een klein gedachte-experiment uitvoeren. Sluit uw ogen en bedenk vijf dingen waardoor de SIP 500 in één dag met 5% zou dalen. Oké, ga.
Als u bent zoals ik, was dat een vrij gemakkelijke oefening. Allerlei economische, politieke, sociale en natuurlijke rampen kwamen in je op. Ik zal de mijne hier niet opschrijven. Ik denk dat de uwe ook vrij levendig zijn.
Nu draaien we het script om. Bedenk vijf dingen die het tegenovergestelde zouden doen en de S&P 500 een dagelijkse pop van 5% zouden geven. Oké, ga.
Nou, dat was moeilijker. Ik moest echt je hersenen kraken om vijf plausibele scenario’s te bedenken. Jij waarschijnlijk ook.
Twee dingen. Ten eerste is een eendagsbeweging in een willekeurige aandelenindex niet de enige maatstaf voor vooruitgang. Precies het tegenovergestelde. Het is slechts een hulpmiddel om over dingen na te denken. Ten tweede, ons vermogen om toegang te krijgen tot negatieve (potentiële) gebeurtenissen is verbazingwekkend. (Zie: negativiteitsvooringenomenheid.) Het punt is dat onze hersenen niet per se voor de waarheid zijn gebouwd, maar om ons te beschermen. Mark Rzepczynski schrijft:
“Slim betekent niet altijd dat je de waarheid zoekt. Zelfs slimme mensen kunnen verblind raken, niet door hun vooroordelen over hun gedrag, maar door de vooroordelen van hun vooropgezette meningen. Slim betekent niet dat je de juiste mening verkondigt of openstaat voor andere ideeën.”
Mijn gok is dat hoe slimmer en creatiever je bent, hoe interessanter de voorbeelden waren die je in ons gedachtenexperimentje hebt bedacht. Als het gaat om het leven, zaken doen en beleggen, willen we niet per se de mensen volgen met de meest levendige negatieve scenario’s. We willen optimistische mensen volgen die een toekomst voor zich zien met reële mogelijkheden. Josh Brown schrijft:
Tel de perma-bears op de Forbes 400-lijst of het aantal pessimisten die bedrijven leiden in de Fortune 500. Je zult er geen vinden… De verliezers winnen ook wel eens. Maar hun overwinningen zijn meestal van pyrrusachtige aard, aangezien elke ramp uiteindelijk leidt tot kansen wanneer het stof is opgetrokken.
In voor- en tegenspoed zijn de media, met inbegrip van de traditionele en sociale media, sterk afgestemd op negatief nieuws en negatieve gebeurtenissen. Dat is niets nieuws. De uitdrukking “If it bleeds, it leads” is niet bepaald op Twitter ontstaan. Het punt is dat we voorzichtig moeten zijn in onze consumptie van alle media, inclusief sociale. Ben Carlson merkt op:
“Pessimisme kan tegenwoordig de aandacht trekken, maar het leidt niet tot iets wezenlijks.”
Het is gemakkelijker dan ooit om voor de gek te worden gehouden door te denken dat iemand of iets wezenlijk is. Helaas zal dit probleem alleen maar groter worden naarmate de technologie de grenzen tussen menselijkheid en realiteit steeds verder doet vervagen. Dat betekent dat we ons moeten blijven inspannen om een beter onderscheid te maken tussen inhoud en vluchtigheid en tussen pessimisten en realisten.