Slag om de Isonzo, (1915-17), 12 veldslagen langs de rivier de Isonzo in de oostelijke sector van het Italiaanse front in de Eerste Wereldoorlog.
Hoewel hij nu in Slovenië ligt, liep de rivier de Isonzo destijds ongeveer noord-zuid net binnen Oostenrijk langs zijn grens met Italië aan de kop van de Adriatische Zee. De rivier wordt geflankeerd door ruige bergtoppen, en de Oostenrijkers hadden de bergen versterkt voordat Italië op 23 mei 1915 in de oorlog stapte, waardoor ze een aanzienlijk voordeel hadden ten opzichte van de Italianen. De Italiaanse generaal Luigi Cadorna lanceerde zijn eerste aanval tegen de Oostenrijkers op 23 juni. Gedurende 14 dagen probeerde het Italiaanse leger de rivier over te steken en de achterliggende hoogten te beklimmen, maar het werd teruggeslagen. In de loop van 18 juli en 3 augustus, 18 oktober en 3 november en 10 november en 2 december vielen de Italianen opnieuw aan, maar ze drongen slechts enkele kilometers in de Oostenrijkse sector door, waarbij ze zware verliezen leden. Van 9 tot 17 maart 1916 probeerde Cadorna het opnieuw – en hij faalde opnieuw. In de zesde slag, van 6-17 augustus 1916, werd Gorizia veroverd en een bruggenhoofd over de Isonzo veilig gesteld, de eerste echte overwinningen. In de volgende drie slagen, 14-17 september, 10-12 oktober en 1-4 november, veranderden de Italianen hun tactiek in korte, hevige aanvallen om het aantal slachtoffers te beperken, maar ze konden nog steeds niet doordringen tot de formidabele natuurlijke barrières die beschermd werden door de Oostenrijkse artillerie. In de 10de slag, 12 mei – 8 juni 1917, sloeg Cadorna op twee plaatsen toe met massale troepen en een groter aantal kanonnen, maar hij won slechts enkele meters terrein.
Tijdens 19 augustus – 12 september sloegen de Italianen opnieuw toe, ditmaal met in totaal 51 divisies en 5.200 kanonnen, en zij rukten langzaam op, de Oostenrijkers verdrijvend terwijl zij oprukten. De Duitsers vreesden dat het Oostenrijkse front zou instorten en stuurden versterkingen. Op 24 oktober namen de Oostenrijks-Duitse troepen het offensief, beginnend met een zwaar bombardement. Tegen de middag was het Italiaanse leger verpletterd. De vermoeide en gedemoraliseerde troepen wierpen hun wapens neer, de Oostenrijkers staken de Isonzo over en Caporetto viel, hoewel veel Italiaanse eenheden bleven vechten toen ze zich terugtrokken naar de rivier de Piave, waar ze op 7 november stand hielden, na een van de ergste nederlagen in de Italiaanse geschiedenis.