Het Braziliaanse agentschap voor inheemse volken heeft een zeldzame en zeer riskante expeditie op pad gestuurd in de hoop contact te leggen met een kleine, geïsoleerde groep in het Amazonegebied en de leden te herenigen met enkele van hun verwanten. De expeditie is naar eigen zeggen noodzakelijk om bloedvergieten te voorkomen in een gebied dicht bij de grens met Peru.
Een team van bijna twee dozijn mensen, gesponsord door het Funai agentschap, ging in het weekend de Coari rivier op, op zoek naar de groep van ten minste 22 mensen die lid zijn van de wijdverspreide Korubo inheemse gemeenschap en leven in de Javari vallei, in de noordelijke staat Amazonas. Het Braziliaanse leger, de federale politie en het Ministerie van Volksgezondheid steunen het initiatief, dat weken zou kunnen duren.
De laatste keer dat Funai zo’n grote expeditie organiseerde was in 1996, ook in die regio. De Javari vallei, een gebied van meer dan 8 miljoen hectare (bijna 31.000 vierkante mijl), of groter dan Hongarije, is de thuisbasis van de grootste concentratie van geïsoleerde inheemse volkeren in Brazilië, die ten minste 11 groepen omvat.
Het initiatief is de eerste grote operatie van het agentschap tijdens de regering van president Jair Bolsonaro, een extreem-rechtse voormalige legerkapitein die heeft beloofd om de afbakening van inheems land te stoppen en mijnwerkers toe te staan om op hun grondgebied te werken.
De Braziliaanse wet zegt dat contact met geïsoleerde stammen alleen mag worden gebruikt als laatste redmiddel om hun leven te behouden. Bruno Pereira, Funai’s coördinator voor geïsoleerde inheemse volken die de expeditie leidt, zei dat het doel is om de spanningen te verminderen tussen de geïsoleerde groep en een groep inheemse Matis die ongeveer 12 mijl (20 km) verderop wonen.
De Matis namen in 2013 contact op met de Korubos, aanvankelijk op een vriendschappelijke manier, maar in het volgende jaar was er een dodelijke botsing tussen de twee groepen, zei Funai. Na dat incident migreerden sommige Korubos uit het gebied, en meldden dat degenen die bleven ten onrechte dachten dat hun familieleden door de Matis waren gedood. Sommige van de Korubos die vertrokken zijn, zitten in de expeditie van Funai.
Pereira zei dat de Matis herhaaldelijk om een interventie van de Braziliaanse regering hebben gevraagd, omdat ze denken dat de geïsoleerde Korubos binnenkort wraak zullen willen.
“Er zijn al conflicten geweest en doden gevallen,” vertelde Pereira aan de Associated Press en drie andere media-organisaties in het Funai kantoor in de Braziliaanse hoofdstad. “Deze nabijheid van 20 km tussen hen is een catastrofaal scenario. Als er een nieuwe confrontatie met de Matis komt, zullen de Korubo’s op hun traditionele manier reageren: met geweld.”
De plannen houden in dat het Funai-team de Coari opgaat en een plek zoekt om een kamp op te slaan. De leden wachten dan terwijl de Korubo’s op de expeditie proberen de geïsoleerde groep over te halen uit het gebied van de Matis te blijven. Analisten van Funai zeggen dat er geen garanties zijn dat de geïsoleerde groep zal geloven dat de Korubo’s in de expeditie in feite hun verwanten zijn, wat het gevaar vergroot.
Pereira zei dat het worst-case scenario is dat de Korubo’s vechten, terwijl de hoogste hoop is dat de groep het bezoek van hun verwanten accepteert en besluit het Matis gebied niet meer te naderen. Het Funai team omvat ook artsen voor het geval de ongecontacteerde Korubo’s hulp nodig hebben.
Matis hebben al sinds de jaren ’70 contact met Funai. De Korubo-gemeenschap leeft in vrijwillig isolement, hoewel enkele van haar kleine stamgroepen sinds de jaren negentig contact hebben gehad met de Braziliaanse autoriteiten.
{{topLeft}}
{{bottomLeft}}
{{topRight}}
{{bottomRight}}
{{/goalExceededMarkerPercentage}}
{{/ticker}}
{{heading}}
{{#paragraphs}}
{{.}}
{{/paragraphs}}{highlightedText}}
- Brazilië
- Inheemse volkeren
- Peru
- Amerika
- nieuws
- Delen op Facebook
- Delen op Twitter
- Delen via E-mail
- Delen op LinkedIn
- Delen op Pinterest
- Delen op WhatsApp
- Delen op Messenger