Kenneth L. Thompson, meer dan 30 jaar onderzoeker bij Bell Laboratories (nu een divisie van Lucent Technologies), is benoemd tot de eerste ontvanger van de Tsutomu Kanai Award van de IEEE Computer Society voor bijdragen op het gebied van gedistribueerde computersystemen. Thompsons onderzoek was gericht op besturingssystemen, programmeertalen, computerspelletjes en spraak- en dataprogramma’s. Hij was medebedenker van Unix en ontwikkelaar van het prototype van de taal B waarop C is gebaseerd. Zijn softwareprojecten hebben bijgedragen aan open, portable computing.
In de late jaren zestig maakte Ken Thompson deel uit van het Multics-project, een samenwerkingsverband tussen Bell Labs, MIT, en General Electric om een nieuw soort besturingssysteem te ontwikkelen. Toen Bell Labs zich terugtrok uit het project. Thompson en Bell Labs collega-onderzoeker Dennis Ritchie produceerden niettemin niet alleen een besturingssysteem zoals Multics dat voor ogen had, maar, in Ritchie’s woorden, “een systeem waarrond zich een gemeenschap kon vormen”. Met Thompsons concept voor het basisbestandssysteem werd een programmeeromgeving voor gemeenschappelijk computergebruik geschapen.
Unix, gecreëerd in 1969, was het eerste draagbare besturingssysteem. Het legde de basis voor een netwerkparadigma in de informatica; na Unix hoefden computers niet langer geïsoleerd van elkaar te worden gebruikt.
Wijdverbreid gebruikt vandaag de dag in academische instellingen en op Internet servers, werd Unix ontworpen om te draaien op alles van mainframes tot PC’s. Unix werd vanaf het begin gratis gedistribueerd en heeft zich voortdurend verder ontwikkeld door de beschikbaarheid van de broncode voor een brede gemeenschap van gebruikers. Hoewel propriëtaire besturingssystemen op Wintel en Macintosh machines een sterke greep hebben op de markt voor besturingssystemen voor persoonlijke computers, domineren Unix en zijn verwant Linux nog steeds in vele andere arena’s.
Thompson probeerde eerst Fortran en daarna BCPL, een taal van het Multics project, om Unix te schrijven. Omdat hij geen van beide volledig bevredigend vond, creëerde hij B, een afgeleide van BCPL. Ritchie bouwde B uit tot de programmeertaal C.
In de afgelopen jaren was Thompson betrokken bij Lucent’s Plan 9 en Inferno OS projecten. Deze programmeeromgevingen zijn ontworpen met het oog op gedistribueerd computergebruik en laten veel flexibiliteit voor de hardware toe. Bedoeld om de mogelijkheden van Unix te verbeteren, maakt Plan 9 het mogelijk dat afzonderlijke terminals, CPU-servers en fileservers hun rekenkracht delen.
Inferno, geschreven in Bell’s nieuwe Limbo programmeertaal, maakt communicatie tussen verschillende machines mogelijk. Inferno, dat vaak wordt vergeleken met Java, is voortgekomen uit Plan 9 en was ontworpen voor integratie in apparaten variërend van interactieve televisietoestellen en afstandsbedieningen tot werkstations en servers. Huidige toepassingen bij Lucent omvatten gedistribueerde oproepverwerking en ingebedde toepassingen voor onderhoud op afstand.
Ook vóór Space Travel (het spel dat hij schreef en gebruikte om de prille Unix-constructie te testen), was Thompson geïnteresseerd in computerspelletjes. Met Joseph Condon werkte Thompson aan Belle, de wereldkampioen computerschaak van de International Computer Chess Association in 1980. Belle, het eerste schaakprogramma dat een Master’s rating bereikte, beschouwde het eindspel als eerste – zijn database beschouwde eerst de bordposities van een overwinnende speler, en extrapoleerde dan terug naar een volledige aanvulling van stukken voor beide partijen. Hoewel geen van Thompsons actieve projecten betrekking heeft op computerspellen, is dit al lang een interessegebied voor hem.
Thompsons laatste werk is gericht op de ontwikkeling van Lucent’s PathStar Access Server, die spraak- en datapakketdiensten via het Internet levert. Thompson is houder van verschillende octrooien en heeft ook onderzoek gedaan naar digitale muziekdistributie en beveiliging voor netwerkcomputers.
De prestaties van Ken Thompson zijn al vele malen erkend. Thompson is gekozen tot lid van de National Academy of Engineering en ontving in het verleden de ACM A.M. Turing Award en de Computer Pioneer Award voor bijdragen van blijvend belang aan de informatica. Bovendien ontving hij onlangs samen met Dennis Ritchie de US National Medal of Technology.