Psycholoog J. William Worden biedt een raamwerk van vier taken die ons helpen te begrijpen hoe mensen door rouw reizen. Genezing vindt geleidelijk plaats naarmate rouwenden deze taken aanpakken, in geen specifieke volgorde, waarbij ze in de loop van de tijd heen en weer gaan van de een naar de ander.
Taak 1: De realiteit van het verlies accepteren
Hoewel u intellectueel weet dat de persoon is overleden, kunt u een gevoel van ongeloof ervaren. De realiteit van de dood integreren betekent “het in u opnemen” met uw hele wezen.
De realiteit kan zich bijvoorbeeld onmiddellijk na het overlijden aandienen, wanneer u het mortuarium moet bellen, de herdenking moet bijwonen of de as moet gaan ophalen.
Weken, maanden of jaren later, wanneer zich een gelegenheid voordoet waar zij deel van zouden hebben uitgemaakt, raakt de realiteit u opnieuw als u zich realiseert dat uw dierbare is overleden en zij er niet zijn om deze momenten met u te delen.
Taak 2: De pijn van verdriet verwerken
Rouw wordt emotioneel, cognitief, lichamelijk en spiritueel ervaren.
Mensen kunnen u vertellen: “Kom er overheen; ga verder; wees sterk.” Daarentegen is een van de doelen van rouwondersteuningsgroepen om de veilige expressie van alle natuurlijke rouwreacties aan te moedigen en te vergemakkelijken.
Taak 3: Zich aanpassen aan een wereld zonder de overledene
Externe aanpassingen omvatten het nemen van verantwoordelijkheden en het leren van nieuwe vaardigheden.
Interne aanpassingen worden gemaakt wanneer u zich aanpast aan uw nieuwe identiteit.
Spirituele aanpassingen vinden plaats wanneer u worstelt met vragen over uw geloofssysteem en het doel en de betekenis van het leven.
Taak 4: Een blijvende band vinden met de overledene temidden van het begin van een nieuw leven
Geleidelijk creëert u een evenwicht tussen het gedenken van de persoon die is overleden en het leiden van een vol en zinvol leven.
(Gebaseerd op Worden, J. W. (2009). Rouwbegeleiding en rouwtherapie: A Handbook for the Mental Health Practitioner, Fourth Edition, Springer, N.Y.)