Wanneer de winter aanbreekt, maken we allemaal ons verwarmingssysteem klaar, waaronder een elektrische kachel, een kolenkachel, of een gaskachel. Deze kachels geven ons warmte in de winter, zodat we ons lichaam kunnen opwarmen. Ook gebruiken we warmte om ons eten te koken. Soms stoort overtollige warmte ons leven, dus worden airconditioners gebruikt om die overtollige warmte af te voeren.
Wat is warmte?
Warmte is eigenlijk een soort energieoverdracht van het ene voorwerp naar het andere, wanneer er een temperatuurverschil tussen beide is. Warmte stroomt altijd van een heet naar een koud voorwerp. Verwar jezelf niet met warmte en temperatuur, het zijn allebei aparte grootheden. Warmte wordt gemeten in joule; de eenheid waarin energie wordt gemeten. Terwijl temperatuur aangeeft hoe warm een stof is. 
Warmte wordt gemeten in joule; dezelfde eenheid van energiemeting. Er zijn nog andere eenheden om warmte te meten, namelijk BTU (British Thermal Unit) en calorie.
Warmteoverdracht
Warmte kan op verschillende manieren worden overgedragen. Er zijn drie manieren waarop warmte kan worden overgedragen. Deze methoden zijn:
- Geleiding: Geleiding vindt plaats wanneer twee voorwerpen met elkaar in contact zijn.
- Convectie: Bij deze methode wordt warmte overgedragen door stroming en diffusie van vloeistoffen van gebieden met een hoge temperatuur naar gebieden met een lage temperatuur
- Straling: Bij deze methode wordt warmte overgedragen door straling bijv. zichtbaar licht en infrarode stralen.
Lees meer over Warmteoverdracht in ons artikel: Warmteoverdracht
Effect van warmte op toestanden van de materie
Als de warmte van een voorwerp toeneemt, neemt ook de temperatuur ervan toe. Elke soort stof heeft een bepaalde waarde om in zijn bepaalde toestand te blijven (vast, vloeibaar of gas). Wanneer de temperatuur stijgt of daalt ten opzichte van deze waarden, verandert de toestand van de stof. Bijvoorbeeld, water verandert in ijs wanneer de temperatuur onder de 0 ⁰C zakt. Wanneer de temperatuur 100 ⁰C bereikt, begint het water te koken en wordt het omgezet in stoom (gasvormige toestand van water).
Noot: De druk van de atmosfeer heeft ook invloed op de toestand van de stof.
Feiten
- Een stof die meer warmte bevat, betekent niet altijd dat de temperatuur ook hoog is.
- Een kop thee van 50 ⁰C heeft veel meer warmte dan een druppel water van 99 ⁰
- Elk materiaal heeft een bepaalde capaciteit om de warmte bij een bepaalde temperatuur vast te houden. Dat heet de warmtecapaciteit.
- Een kopje water van 99 ⁰C zal de emmer met water niet opwarmen. Maar een andere half gevulde emmer van 60 ⁰C kan het water in de eerste wel opwarmen. Dat komt omdat een half gevulde emmer meer warmte heeft dan de beker water van 99 ⁰C.