Elk jaar vieren de meeste staten iets speciaals. Hun onafhankelijkheidsdag, de verjaardag van de vorst (Thailand, Japan, Oman of Nederland), de dag van de patroonheilige (Ierland), het begin van een revolutie (Iran, Frankrijk of Egypte) of hun grondwet (Noorwegen en Polen). In Zuid-Afrika is de Dag van de Vrijheid, die op 27 april wordt gevierd, er één van. Het markeert de eerste dag waarop alle burgers van het land 24 jaar geleden hun stem uitbrachten voor een democratische regering.

Het belang van deze dag in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis kan niet worden onderschat. Het omvat het ideaal van politieke democratisering, een nieuw basiscontract in de vorm van de nieuwe grondwet. En een fundamentele verandering in de machtsverhoudingen in het land.

Geassocieerd met de verkiezingen was ook de notie van een “nieuw Zuid-Afrika”. Dit omvatte een nieuwe staatsidentiteit, gebaseerd op een nieuwe definitie van burgerschap, nieuwe nationale symbolen en nieuwe vormen van staatsvertegenwoordiging. Het omvatte ook nieuwe diplomatieke betrekkingen en nieuwe nationale sportteams, alsmede toelating tot de Organisatie van Afrikaanse Eenheid. De aanvaarding door internationale organisaties werd ook in gang gezet.

Met 24 jaar terugwerkende kracht, wat was de betekenis van die dag?

Een vreedzame overgang

De verkiezingen van 1994 markeerden het punt waarop de constitutionele onderhandelingen een vreedzaam punt van ‘no return’ hadden bereikt. Het staat in sterk contrast met het verkiezingsgeweld of de instabiliteit in vele delen van de wereld, zoals Kenia en Zimbabwe, Ivoorkust of de Oekraïne.

Het andere grote verschil is dat in de meeste landen nieuwe grondwetten door een nationaal referendum moeten worden aanvaard voordat zij worden uitgevoerd. In Zuid-Afrika hebben de verkiezingen het onderhandelde akkoord bekrachtigd, waardoor het het sociale contract van het nieuwe Zuid-Afrika werd.

In de twee jaar die volgden, moest over de definitieve grondwet worden onderhandeld. Maar het feit dat de 34 onderhandelde grondwettelijke beginselen bindend waren voor de Constitutionele Vergadering, betekende dat het grondwettelijke kader al in 1994 in steen was gegoten.

De dag van de verkiezingen in 1994 maakte het begrip van het “nieuwe Zuid-Afrika” concreet. Het betekende de overweldigende goedkeuring van een grondwet die een democratisch waardensysteem vastlegde waarover niet te onderhandelen viel. In de praktijk betekende dit dat de grondwettelijke waarden in deel één van de grondwet alleen konden worden gewijzigd met een meerderheid van 75% van de nationale assemblee. Deze omvatten niet-racialisme, niet-seksisme, een verenigde staat en regelmatige verkiezingen.

Naast de democratische waarden werden op 27 april ook waarden verankerd die de overgang onderstrepen. Daartoe behoren politieke tolerantie, verzoening, natievorming, dialoog en onderhandeling, en diversiteit. Samen met de morele waarden van openbare dienstverlening, sociaal-economische transformatie en Zuid-Afrika’s internationale verantwoordelijkheid om bevrijding, democratie en mensenrechten te bevorderen, werd een politieke cultuur in zeer idealistische termen neergezet.

Maar het “nieuwe Zuid-Afrika” is in het afgelopen decennium haveloos en verscheurd geraakt. “State capture” belichaamde het feit dat het ethos van de openbare dienst werd vervangen door elitarisme, carrièrepolitiek en neo-patrimoniale verrijking.

De intrede van president Cyril Ramaphosa in de nationale politiek zou aantoonbaar het begin kunnen zijn van een “tweede overgang”. Het zou het punt kunnen markeren waarop een verlamd Zuid-Afrika overgaat in een vernieuwd Zuid-Afrika. Dat is als het in de praktijk in overeenstemming is met zijn presidentiële mantra van vernieuwing en eenheid, in de eerste plaats in het Afrikaans Nationaal Congres, maar ook in het algemeen.

27 april 2018 kan daarom een verschil betekenen: een vernieuwing en een terugkeer naar de waarden van het sociale contract van 1994, en, wat belangrijk is, het begin van een nieuw contract over een sociaaleconomische paradigmaverschuiving. Het feit dat de particuliere sector zo zwaar door de staat is getroffen en besmet, heeft een rijp moment gecreëerd voor een grondige heroverweging van zijn rol. Kunnen bijvoorbeeld de waarden van 1994 inzake natievorming worden omgezet in waarden inzake economische opbouw? Economische integratie, verzoening, eenheid en respect voor de menselijke waardigheid zouden dan een herbevestiging van 1994 zijn.

Rethinking Freedom Day

Als nationaal symbool zou 27 april samen met de andere nationale feestdagen van Zuid-Afrika moeten worden beschouwd. Daartoe behoren de Dag van de Mensenrechten, de Jeugddag, de Vrouwendag, de Dag van het Erfgoed en de Dag van de Verzoening. Al deze feestdagen dragen bij tot de “vrijheid” in het land. Misschien moet 27 april daarom niet de Dag van de Vrijheid worden genoemd, maar de Dag van Zuid-Afrika. Dit zou de nadruk leggen op de constitutionele en democratische transformatie die het symboliseert. En de betekenis ervan voor de Zuid-Afrikaanse staat, als onderdeel van een breder “vrijheid”-concept.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.