Bij het plannen van een baby moet een paar ervoor zorgen dat ze regelmatig geslachtsgemeenschap hebben en dat dit op het juiste moment in de menstruatiecyclus van een vrouw is. Als u zich bewust bent van uw vruchtbaarheidsvenster, vergroot u uw kansen op bevruchting.
Het zogenaamde vruchtbaarheidsvenster zijn de dagen in de menstruatiecyclus waarop bevruchting mogelijk is. Dit is vanaf de dag dat de eicel vrijkomt (ovulatie) en de vijf dagen daarvoor.
De reden hiervoor is dat sperma tot vijf dagen kan overleven en de eicel slechts 12-24 uur. We raden u aan uw cycli bij te houden en in deze periode ten minste om de twee dagen gemeenschap te hebben.
Als u onregelmatige cycli hebt, raden we u aan om elke tweede tot derde dag gemeenschap te hebben.
Hoe u uw cyclus bijhoudt
Het bepalen van uw vruchtbaarheidsbereik kan worden vergemakkelijkt door uw menstruatiecyclus bij te houden. U kunt uw menstruatie gewoon op een kalender markeren of een van de vele apps proberen die online beschikbaar zijn (geen van deze is bewezen of wordt onderschreven door Fertility PLUS).
De gemiddelde menstruatiecyclus duurt 28-35 dagen. De ovulatie vindt meestal 14 dagen voor het begin van de menstruatie plaats. Wij raden u aan twee tot drie cycli bij te houden en de gemiddelde lengte van uw cyclus te berekenen. Hieruit kunt u het gemiddelde tijdstip van uw ovulatie afleiden.
- Als uw cyclus 28 dagen duurt, zou de ovulatie op dag 14 moeten plaatsvinden. Probeer daarom regelmatig gemeenschap te hebben vanaf 10 dagen nadat uw menstruatie is begonnen.
- Als uw menstruatie 35 dagen duurt, moet de eisprong na 21 dagen plaatsvinden en moet u geslachtsgemeenschap hebben vanaf 17 dagen nadat uw menstruatie is begonnen.
Ovulatie
Er zijn lichamelijke tekenen die in de loop van de maand veranderen en die u kunnen helpen te bepalen of u een eisprong hebt gehad.
Tekenen van ovulatie
- Verandering in het baarmoederhalsslijm: Vlak voor de ovulatie verandert je baarmoederhalsslijm om helder en glibberig te worden, dit is om het sperma door de baarmoederhals te laten gaan. Na de ovulatie wordt het slijm dikker en krijgt het een witgele kleur, en belemmert het het transport van de zaadcellen.
- Veranderingen in lichaamshormonen: Het meten van het luteïniserend hormoon (LH) van een vrouw kan helpen de eisprong aan te geven, aangezien het LH één tot twee dagen voor de eisprong toeneemt. LH kan worden gemeten in de urine en vormt de basis van commerciële ovulatiesets. Deze worden meestal vijf tot zes dagen voor de verwachte ovulatiedag gebruikt. Commerciële ovulatiesets moeten met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt, aangezien er weinig bewijs is voor de doeltreffendheid ervan bij het verbeteren van de vruchtbaarheidsresultaten.
- Veranderingen in lichaamstemperatuur: Het meten van uw ‘basale temperatuur’ is gebruikt om te helpen identificeren of de ovulatie heeft plaatsgevonden. Fertility PLUS raadt deze techniek niet aan omdat ze vaak onnauwkeurig is en uw stressniveau kan verhogen. Het is een retrospectieve test, dus zodra uw temperatuur is gestegen, hebt u al een eisprong gehad, waardoor u mogelijk uw vruchtbaarheidskans mist.