Smeltcurve van nucleïnezuur met hyperchromiciteit als functie van de temperatuur
De meting van de absorptie van licht is belangrijk voor het volgen van het smelten en annealing van DNA. Bij de smelttemperatuur (Tm) is het DNA voor de helft gedenatureerd en voor de helft dubbelstrengs. Door de temperatuur te verlagen tot onder de Tm, zouden de gedenatureerde DNA-strengen weer annealiseren tot een dubbelstrengs DNA. Wanneer de temperatuur boven de Tm ligt, is het DNA gedenatureerd.
Omdat smelten bij een bepaalde temperatuur vrijwel onmiddellijk optreedt, zou het meten van de extinctie van het DNA bij verschillende temperaturen de smelttemperatuur aangeven. Door de temperatuur te kunnen bepalen waarbij het DNA smelt en gloeit, kunnen wetenschappers DNA-strengen scheiden en ze met andere DNA-strengen gloeien. Dit is belangrijk bij het creëren van hybride DNA’s, die bestaan uit twee DNA-strengen van verschillende bronnen. Aangezien DNA-strengen alleen kunnen gloeien als ze vergelijkbaar zijn, kan de creatie van hybride DNA’s wijzen op overeenkomsten tussen genomen van verschillende organismen.