Stadia in de ontwikkeling van erytroblasten. (A) Het proerythroblast is het vroegste stadium in de erytropoëse. Het is een vrij grote cel (12∼20 μm), tot driemaal een normale erytrocyt. Proerythroblast heeft een grote kern, en blauw cytoplasma dat een dunne rand rond de kern vormt. Het chromatine is korrelig en gestript. De kern heeft meerdere nucleoli. Proerythroblast hebben een klein bleek gebied naast de kern dat overeenkomt met het Golgi-apparaat en hebben een karakteristieke bleke perinucleaire halo. (B) Het polychromatofiele normoblast is kleiner (12∼15 μm) dan het proerythroblast. Hemoglobine in het cytoplasma vermindert de basofilie van het cytoplasma. Het chromatine vertoont een grotere mate van klontering en in de kern zijn onregelmatige dichte vlekken te zien. (C) Het orthochromatofiele normoblast is kleiner (8∼12 μm) dan het polychromatofiele normoblast. Het cytoplasma heeft dezelfde kleur als dat van een rijpe erytrocyt. Het orthochromatofiele normoblast is de gekernde erytroïde precursor. Schaalbalk 10 μm.