We zien veel van Antoine – in de klas, thuis, goofing rond met zijn vrienden, zwemmen in de baai – maar de slimme, uitgekiende scenario van de heer Cantet en Robin Campillo zorgt ervoor dat hij niet meer verklaarbaar voor ons dan hij is voor zichzelf. In de workshop geeft Antoine een vastberaden vertolking van een ontevreden jongeman; in de rest van zijn leven lijkt hij op drift te zijn. Meer dan bijtende woede straalt hij onzekerheid en verwarring uit.
Antoine bekijkt online clips van een extreem-rechtse propagandist die tekeergaat tegen globalisering en “EU-bureaucraten”, maar zijn interesse grenst aan desultorium; de clips zijn gewoon iets om naar te kijken nadat hij een paar situps heeft gedaan of zijn lichaamsbouw in de spiegel heeft geïnspecteerd. Meer boeiend voor hem zijn de videospelletjes, die Antoine speelt met wat lijkt op oprechte betrokkenheid en echt plezier.
De weelderige cinematografie van Pierre Milon vangt de warmte van het mediterrane licht, maar het is de eerste opname van de film – beelden van een videospelletje van een ridder-errant, dwalend door een berglandschap op zoek naar wat hij nu moet doen – die ons klaarstoomt voor de hedendaagse fabel die in petto heeft.
Op een gegeven moment probeert Olivia de ervaringen van Antoine te ontcijferen om haar te helpen een personage te begrijpen waar ze in haar eigen boek maar moeilijk over kan schrijven. Het is een maatstaf voor de sluipende genialiteit van deze film dat het de lijn tussen empathie en exploitatie vervaagt. Het echte verhaal, zo blijkt, zal niet aan haar zijn om te vertellen.