Renale sinuscysten zijn eenvoudige niercysten die in de sinus van de nier liggen.
Op deze pagina:
- Terminologie
- Pathologie
- Differentiële diagnose
Afbeeldingen:
- Gevallen en figuren
Terminologie
Het is vermeldenswaard dat sommige auteurs 5,6 de term renale lymfangiectasie door elkaar gebruiken. Het is waarschijnlijk dat echte renale lymfangiëctasie een aparte en zeldzame aandoening is, en dus apart wordt besproken.
Pathologie
Renale sinus cysten zijn goedaardig. Ze kunnen worden onderverdeeld in
- parapelvic cysts: ontstaan uit het aangrenzende parenchym en puilen uit in de renale sinus
- peripelvic cysts: ontstaan in de sinus zelf en hebben een lymfatische oorsprong
Parapelvic cysten
Dit zijn eenvoudige niercysten die vanuit het aangrenzende nierparenchym in de renale sinus uitpuilen. Zij zijn gewoonlijk enkelvoudig of weinig talrijk en lijken qua morfologie op een eenvoudige niercorticale cyste. Een parapelvische cyste kan soms een beknelling van het pelvicalyceale systeem veroorzaken met hydronefrose als gevolg. Zij kunnen ook hydronefrose imiteren, pseudohydronefrose genoemd.
Peripelviene cysten
Deze zijn dikwijls bilateraal. Ze verschijnen als cysten met vloeistofdichtheid dicht tegen het bekken en de infundibula, en veroorzaken zelden een functionele nierstoornis door compressie. Bij follow-up blijven ze onveranderd in grootte. Ze kunnen verward worden met hydronefrose op NECT en echografie, maar op CECT is het onderscheid duidelijk.
Differentiële diagnose
Renale sinus cysten kunnen hydronefrose imiteren, maar CT IVP studies zullen een normaal of vernauwd/uitgerekt/verplaatst (maar niet verwijd) verzamelsysteem aantonen.