Een van de interessante concepten voor leerlingen van het Spaans is de reflexieve constructie, aangezien deze grammaticale structuur niet voorkomt in het Engels. Een reflexieve constructie is een constructie waarin het onderwerp de ontvanger wordt van de handeling zelf. Wederkerende werkwoorden worden gevormd door het werkwoord te vergezellen van een wederkerend voornaamwoord dat het eens is met het onderwerp en in het Engels overeenkomt met de uitgang -self / -selves (mismo(s)):

me (myself) te (yourself) se (himself, herself, yourself) nos (ourselves) se/os (yourselves) se (themselves)

In het Spaans op elementair niveau zijn deze werkwoorden gemakkelijk te herkennen dankzij het generieke voornaamwoord SE dat aan de infinitief van het zelfstandig naamwoord wordt toegevoegd.

Voorbeelden: acostarse (gaan liggen) / despertarse (wakker worden)

In het algemeen worden in beschrijvingen van dagelijkse routines, zowel in de verleden als in de tegenwoordige tijd, wederkerende werkwoorden gebruikt, omdat de handelingen meestal wederkerend zijn.

Voorbeelden: Elke morgen poets ik mijn tanden, neem een douche, kleed me aan en vertrek naar school.

Vaak gebruikte wederkerende werkwoorden:

afeitarse (zich scheren) apurarse (zich haasten) arreglarse (zich klaarmaken)

bañarse (een bad nemen) durmirse (in slaap vallen) ducharse (een douche nemen)

lavarse (zich wassen) levantarse (opstaan) sentarse (gaan zitten)

quitarse la ropa (kleren uittrekken) vestirse (zich aankleden)

  1. 3. Werkwoorden die emoties, voorwaarden of gevoelens uitdrukken zijn meestal wederkerende werkwoorden.

aburrirse (zich vervelen) alegrarse (gelukkig zijn) asustarse (bang zijn)

cansarse (moe zijn) enamorarse (verliefd zijn) enfermarse (ziek zijn)

enojarse (kwaad worden) (boos worden) irritarse (geïrriteerd raken) preocupar (ongerust worden)

reírse (lachen) sentirse (voelen)

Reflexieve werkwoorden kunnen in elke werkwoordstijd worden vervoegd. Denk eraan de spellingswijzigingen te respecteren in werkwoorden met een wijziging in het lexem.

Carlos voelt zich gelukkig op dit moment. Maar vanavond voelde hij zich slecht omdat hij hoofdpijn had.

Laten we oefenen!

Vul de zin aan met het bijbehorende wederkerende werkwoord in de tegenwoordige tijd.

  1. Haar vriendin _____________(kam) haar haar voor de spiegel.
  2. Ik ____________(kam) elke ochtend mijn haar maar niet ______________(doe make-up op).
  3. Ze ________________(doen) hun tenue aan tijdens de voetbalwedstrijd.
  4. Ze voelt zich altijd __________________(goed) na het sporten.
  5. De kinderen ______________(gaan elke avond om acht uur naar bed).
  6. We __________________(hebben) veel plezier als we naar de kermis gaan.
  7. Haar moeder __________________(noemt) zichzelf Susanna.
  8. Je ___________________(zit) bij elkaar als je naar het theater gaat.
  9. Ana ____________________(kijkt) in de spiegel.
  10. Iedere ochtend, hij __________________(neemt een douche) voor het werk.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.