Abstract

Achtergrond:Het wijdverbreide gebruik van CT heeft het vermogen om kleine pulmonale knobbeltjes op te sporen vergroot. De differentiatie van intrapulmonale lymfeklieren (IPLN’s) van andere kleine pulmonale noduli (kanker, tuberculose en mycose, etc) op CT-beelden is klinisch zeer belangrijk, hoewel het vaak moeilijk is.

Doelstellingen:Het doel van deze studie was om de klinische kenmerken van IPLN’s te achterhalen.

Methoden:Acht patiënten (man 6 / vrouw 2, leeftijd 52-69) die thoraxchirurgie ondergingen voor longknobbels, werden pathologisch gediagnosticeerd met IPLN’s. Wij evalueerden retrospectief de klinische achtergronden, thin-slice CT bevindingen en pathologische kenmerken van IPLNs.

Resultaten:Twee patiënten hadden nieuw-gediagnosticeerde longkanker en vijf patiënten hadden bekende maligne kanker anders dan de long. Zes patiënten hadden een rookgeschiedenis. Het aantal knobbeltjes varieerde van 1 tot 8. De grootte was gelijk aan, of 10 mm, met een mediane diameter van 7,74 mm. Elke grens was duidelijk afgebakend. Alle knobbeltjes bevonden zich in de perifere long en de mediane afstand tot het borstvlies was 2,95 mm. De knobbeltjes bij zeven patiënten (88%) hadden dunne lineaire aanhechtingen die zich uitstrekten tot het borstvlies en die op de CT in contact stonden met een periperale longader. Bij zes patiënten (75%) bevonden de knobbels zich in de onderste kwab. De pathologische bevindingen toonden anthracose en geen silicose in alle gevallen.

Conclusies:De IPLNs hadden een dunne lineaire aanhechtingen die zich uitstrekten tot het borstvlies en waren gescheiden van het borstvlies met een afstand van enkele millimeters. Alle IPLNs hadden anthracose en konden in verband worden gebracht met passief roken bij patiënten zonder rookgeschiedenis. Gezien de klinische kenmerken, kan een zorgvuldige discriminatie van IPLNs van andere pulmonale nodules zowel onnodige operaties als vervolgonderzoeken voorkomen.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.