Spasme en mucosale misvorming in het prepylorische segment van de maag behoren tot de meest voorkomende abnormale manifestaties die radiologen waarnemen bij onderzoek van het bovenste deel van het maag-darmkanaal. Antralische gastritis is in detail beschreven door Golden (4), en de radiografische bevindingen zijn uitgewerkt door Arendt (9). Forssell (1) verrichtte uitvoerige studies van het radiografisch aspect van het slijmvlies van het maag-darmkanaal. Wolf en Wolff (5) rapporteerden waarnemingen aan gezond maagslijmvlies, gemaakt bij een patiënt met een grote gastrostomie. Het is ons doel hier de bevindingen van deze onderzoekers te correleren met die van onze eigen serie van 1.519 onderzoeken van het bovenste deel van het maag-darmkanaal, uitgevoerd bij 1.289 patiënten, met speciale verwijzing naar een abnormale toestand van het distale segment van de maag, die wij “prepyloric local gastritis” noemen.

Deze overbodige term werd gekozen om de voornamelijk lokale aard van de stoornis te benadrukken, in tegenstelling tot de meer algemene vormen van gastritis, die vaak zijn beschreven door gastroscopisten. Onze aandacht werd op deze aandoening gevestigd door een geval met een vaste prepylorische misvorming, waarvan men dacht dat het van neoplastische oorsprong was, en waarbij bij laparotomie geen organische ziekte werd gevonden. Minder uitgesproken gradaties van antrale onregelmatigheid werden gezien bij veel patiënten zonder aantoonbare organische laesie. Door klinische studie van deze gevallen ontstond een karakteristiek syndroom. Pathologisch materiaal voor histologisch onderzoek is schaars vanwege de zeldzaamheid van chirurgische interventie in deze gevallen, maar voldoende materiaal is verkregen in 9 gevallen om aan te geven dat abnormale veranderingen optreden in het maagslijmvlies bij deze ziekte.

Incidentie

De incidentie van prepylorische lokale gastritis in onze serie wordt getoond in tabel I. Een meer gedetailleerde analyse van de relatieve frequentie van deze aandoening, die alleen voorkomt en in combinatie met andere afwijkingen van het bovenste deel van het maagdarmkanaal, wordt gegeven in tabel II. In deze laatste tabel wordt ook de sexe incidentie getoond.

Het blijkt dat prepylorische lokale gastritis iets minder frequent voorkomt dan duodenale ulcus, maar meer dan twee keer zo frequent is als maagzweer. Er schijnt geen significant verschil in incidentie tussen de geslachten te zijn. Gevallen zijn waargenomen vanaf de leeftijd van zeven jaar en tot de leeftijd van achtenzeventig jaar. De piekincidentie ligt in het derde decennium.

Etiologie

Wij zijn van mening dat prepylorische lokale gastritis in de eerste plaats een psychosomatische aandoening is waarbij het parasympatisch (craniosacraal autonoom) zenuwstelsel wordt blootgesteld aan overmatige stimulatie van centrale oorsprong. De vaguszenuwen bemiddelen zowel de motorische activiteit als de secretie in de maag. Het gunstige effect van vagotomie in sommige gevallen van hardnekkige peptische zweren lijkt te zijn vastgesteld. Toediening van atropine, dat de zenuwuiteinden van het parasympatische (craniosacrale autonome) systeem blokkeert, vermindert of verlicht de symptomen van deze patiënten.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.