Christ’s Work of Reconciliation
Ephes. 2:11-22 (ESV)
Denk er dan aan, dat gij eens, heidenen in het vlees, genaamd “de onbesnedenen” door wat men noemt de besnijdenis, die in het vlees met handen gemaakt wordt, toen van Christus gescheiden waart, vervreemd van het gemenebest Israël en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus bent u, die eens veraf was, nabij gebracht door het bloed van Christus. Want Hij is zelf onze vrede, die ons beiden één heeft gemaakt en in zijn vlees de scheidsmuur van de vijandschap heeft afgebroken door de wet van geboden en verordeningen af te schaffen, opdat Hij in Zichzelf één nieuwe mens zou scheppen in de plaats van de twee, en zo vrede zou stichten, en ons beiden met God zou verzoenen in één lichaam door het kruis, waardoor de vijandschap zou worden opgeheven. En Hij is gekomen en heeft vrede gepredikt aan u die veraf was en vrede aan hen die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader. Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en leden van het huisgezin Gods, gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Christus Jezus zelf de hoeksteen is, in wien het gehele bouwwerk, samengevoegd, uitgroeit tot een heilige tempel in de Here. In Hem wordt ook u samengebouwd tot een woonplaats voor God door de Geest.
Als we deze verzen beginnen uit te pakken, laten we dan samen opmerken hoe de apostel Paulus ons verder brengt. In dit gedeelte van de Schrift wil hij dat de Efeziërs zich herinneren waar zij eens waren. Net als in Efeziërs 2:1-10, waar hij ons leert dat wij eens dood waren en God ons tot leven wekte. Hier wil hij ons laten zien dat wij als heidenen eens van God gescheiden waren, vervreemd, maar door Christus zijn wij met God verzoend.
De belangrijkste focus in deze tekst is verzoening. Wayne Grudem definieert verzoening als…De verwijdering van vijandschap en het herstel van gemeenschap tussen twee partijen. In onze tekst van vandaag vindt herstel plaats tussen de mens en God en tussen de mens en de mens. Christus heeft de vijandschap tussen ons en God weggenomen. Hij heeft onze zonde weggenomen en Hij heeft zijn bemiddelende werk verricht om ons weer in gemeenschap met God te brengen.
2 Kor. 5:18-19 (ESV)
Dit alles komt van God, die ons door Christus met Zichzelf verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft; dat wil zeggen dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, hun zonden niet tegen hen rekenende, en ons de boodschap der verzoening toevertrouwde.
Als gelovigen hebben wij de vreugde van de verzoening ervaren. Met deze zegen komt verantwoordelijkheid. Wij moeten dienaren van verzoening zijn. Wij zijn werktuigen die de Heer gebruikt om mensen tot Hem te brengen en om vijanden van mensen tot elkaar te brengen.
1. Wie wij waren (Efeziërs 2:11-12)
Denk er daarom aan, dat gij eens, heidenen in het vlees, genaamd “de onbesnedenen” door wat men de besnijdenis noemt, die in het vlees met handen gemaakt is, toen van Christus gescheiden waart, vervreemd van het gemenebest Israël en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende en zonder God in de wereld.
Niet alleen waren wij dood, zoals wij reeds hebben geleerd, maar de apostel gaat verder met aan de Efeziërs en aan ons uit te leggen dat zij geen verleden, geen heden, geen toekomst, geen God en geen hoop hadden. Zij waren een volk dat onder Gods toorn was.
Als we deze woorden overwegen, moeten we de onthutsende waarheid zien die hier wordt gepresenteerd. Er is geen enkel sprankje hoop voor iemand zonder Christus. Voordat wij Christus zelf ontmoetten was dit ons lot in het leven. Ook wij waren zonder hoop voordat wij Jezus ontmoetten.
Zonder God zijn, is zonder hoop zijn.
Ik geloof dat een van de grote kwellingen van de hel zal zijn, dat er geen hoop is. Kunt u zich voorstellen dat u voor eeuwig wordt toegewezen aan een plaats van kwelling zonder enige mogelijkheid om ooit verlichting te vinden?
Een voorbeeld van de ware hoop die God aan Zijn volk geeft, is de hoop op de hemel. In deze hoop hopen we niet dat het ooit zal gebeuren. Wanneer de Schrift spreekt over hoop, dan spreekt zij in termen van een garantie. De waarheden van de Schrift en de liefde van Christus geven ons hoop wanneer we geconfronteerd worden met de dood van een geliefde.
1 Thess. 4:13 (ESV)
Maar wij willen niet dat u, broeders, onwetend bent over hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd zult zijn zoals anderen die geen hoop hebben.
Wij hebben een zekere hoop vanwege het werk van Christus voor ons, waardoor wij met God verzoend zijn.
Waarom is het van vitaal belang dat wij het Evangelie met anderen delen? Het is zo belangrijk omdat zij op dit moment zonder hoop zijn. Zonder het Evangelie zullen de mensen die nu zonder hoop zijn, dat voor altijd blijven.
De heidenen, zij zonder hoop, in Paulus’ dagen hadden een reeks van goden verzonnen om te aanbidden. Zij hadden hoop verzonnen en zij hadden zichzelf een verleden, heden en toekomst gegeven. Geen van deze waren echter echt. Het waren allemaal verzinsels van hun verbeelding. In het oude woord was er geen tekort aan dingen om te aanbidden. Mensen, net als vandaag, buigen voor zo ongeveer alles. Deze hoop is ingebeeld. Het is niet echt.
Als we consequente getuigen voor Christus willen zijn, is het belangrijk dat we ons herinneren waar we vandaan komen.
Het doel van gedenken is dankzegging, wat leidt tot dienstbaarheid. We moeten God elke dag danken voor zo’n grote redding als Hij ons heeft gegeven.
Romeinen 15:8-13 (ESV)
Want ik zeg u dat Christus voor de besnijdenen een dienstknecht is geworden om Gods waarachtigheid te tonen, om de beloften te bevestigen die aan de aartsvaders zijn gegeven, en opdat de heidenen God zouden verheerlijken om zijn barmhartigheid. Zoals geschreven staat,
“Daarom zal ik u loven onder de heidenen,
en uw naam bezingen.”
En opnieuw wordt gezegd,
“Verblijdt u, o heidenen, met zijn volk.”
En weer,
“Looft de Heer, gij heidenen,
en laat alle volken hem prijzen.”
En Jesaja zegt weer,
“De wortel van Jesse zal komen,
zelfs hij die opstaat om over de heidenen te heersen;
op hem zullen de heidenen hopen.”
Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat u door de kracht van de Heilige Geest overvloedig zult zijn in de hoop.
2. Het verzoeningswerk van Christus (Efeziërs 2:13-22)
A. Hij maakt één volk (Efeziërs 2:13-18)
Maar nu zijt gij, die eertijds ver van Hem verwijderd waart, in Christus Jezus naderbij gebracht door het bloed van Christus. Want Hij is zelf onze vrede, die ons beiden één gemaakt heeft en in zijn vlees de scheidsmuur van de vijandschap heeft afgebroken door de wet van geboden en verordeningen af te schaffen, opdat Hij in Zichzelf één nieuwe mens zou scheppen in de plaats van de twee, en zo vrede zou maken, en ons beiden met God zou verzoenen in één lichaam door het kruis, waardoor de vijandschap zou verdwijnen. En Hij is gekomen en heeft vrede gepredikt aan u die veraf was en vrede aan hen die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.
Nu is de hele situatie veranderd. Joden kunnen niet langer terecht heidenen mijden. Christus heeft alles weggenomen wat deze twee volkeren scheidt.
De heidenen zijn binnengebracht waar de Joden zijn. Zij ervaren nu de familierelatie met God als Vader en Jezus als Broeder.
Paulus gebruikt twee interessante zinnen waarnaar ik wil dat wij kijken. Ten eerste zegt hij: gij die eens veraf waart, zijt naderbij gebracht… Ten tweede: in zijn vlees is de scheidsmuur van vijandschap afgebroken.
Het bloed van Christus heeft ons naderbij gebracht en in zijn vlees heeft Hij de scheidsmuur afgebroken
Beide zinnen verwijzen naar de Joodse tempel in Jeruzalem ten tijde van Herodes. In die tempel was het voorhof van de heidenen. Dit was een plaats waar de heidenen heen konden gaan om te aanbidden, maar het was ver verwijderd van het Heilige der Heiligen. De Joodse mannen kregen toegang tot een gebied dat een stuk dichterbij was en dan kreeg de Joodse Hogepriester op de verzoendag toegang tot het Heilige der Heiligen.
Tussen Jood en heiden was een scheidsmuur. De muur die Jood en heiden scheidde, is weggenomen. Het bloed van Christus heeft het weggenomen. Niet langer kan een Jood beweren toegang tot God te hebben alleen vanwege zijn afkomst. Nu zijn beiden nodig om toegang te krijgen tot God door Jezus Christus. Het kruis is de grote nivelleerder. Alle mensen hebben nu toegang tot God door Jezus Christus alleen.
Jezus heeft de muur afgebroken, de Joodse ceremoniële wet afgeschaft, en vrede gepredikt aan beiden.
Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.
Een andere soortgelijke gebeurtenis die plaatsvond toen Jezus aan het kruis stierf, was dat het gordijn van de tempel in tweeën werd gescheurd. Matteüs, Marcus en Lucas maken melding van deze gebeurtenis.
Matheüs 27:51 (ESV)
En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven naar beneden. En de aarde schudde, en de rotsen werden gespleten.
Er ligt hier een betekenis voor ons, vooral als we kijken naar het werk van verzoening. De dood van Jezus heeft de tempel en het offersysteem overbodig gemaakt.
Wat de mensen verdeelde, is door Jezus afgebroken. Wat God van Zijn volk scheidde, is in tweeën gescheurd. Het gordijn is niet langer nodig, omdat wij niet langer door dat gordijn toegang hebben tot God, maar door Christus.
Hebreeën 10:19-25 (ESV)
Daarom, broeders, nu wij vertrouwen hebben in het heilige door het bloed van Jezus, door de nieuwe en levende weg die Hij voor ons geopend heeft door het voorhangsel heen, dat wil zeggen door zijn vlees, en nu wij een grote priester hebben over het huis van God, laten wij naderen met een waarachtig hart in volle verzekerdheid van geloof, met ons hart gereinigd van een kwaad geweten en ons lichaam gewassen met zuiver water. Laten wij vasthouden aan de belijdenis van onze hoop zonder te wankelen, want Hij die het beloofd heeft is getrouw. En laten wij overwegen, hoe wij elkander tot liefde en goede werken kunnen aanzetten; laten wij niet nalaten samen te komen, zoals sommigen plegen te doen, maar laten wij elkander bemoedigen, te meer daar gij de dag ziet naderen.
Er zijn vandaag veel mensen die wachten en kijken naar de gebeurtenissen in Israël. Wanneer zullen zij weer beginnen met offeren? Wanneer zullen zij controle krijgen over de tempelberg? Wanneer zullen al deze dingen gebeuren? Zij stellen deze vragen alsof zij weer zullen beginnen. Jezus is superieur aan het offersysteem. Daarom werd het gordijn in tweeën gescheurd toen Hij stierf. Daarom verwoestten Titus en zijn leger in 70 na Chr. de tempel en is die nooit herbouwd.
Het offersysteem van het OT was een beeld of een teken van de werkelijkheid die later zou komen. Het bloed van stieren en bokken bedekte de zonde…Jezus’ vergoten bloed neemt de zonde weg. De hogepriester kon één keer per jaar bij God komen… Jezus, onze grote hogepriester, zit aan de rechterhand van God. Hebreeën hoofdstuk acht behandelt dit onderwerp.
Jezus heeft het werk der verzoening voor ons gedaan.
B. Hij maakt één Koninkrijk (Efeziërs 2:19-22)
Dus dan zijt gij niet langer vreemdelingen en bijwoners, maar zijt gij medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, en Christus Jezus zelf is de hoeksteen, in wie het gehele bouwwerk, samengevoegd, uitgroeit tot een heilige tempel in de Here. In Hem wordt ook u samengebouwd tot een woonplaats voor God door de Geest.
Nu hebben wij toegang door Christus. Jezus opent de poort en nodigt ons uit het Koninkrijk van zijn Vader binnen te gaan.
Door de geschiedenis heen zijn er grote en machtige rijken geweest. Zoals met alles wat de mens doet, komen ze en gaan ze weer. Jezus daarentegen bouwt aan een koninkrijk dat eeuwig zal duren. Hij brengt mensen uit alle verschillende koninkrijken en plaatst ze in het Koninkrijk van Zijn Vader.
Paul gebruikt de beeldspraak van de Heilige Geest als een bloklaag. De Heilige Geest neemt Zijn gereedschap en specie en legt één blok tegelijk. Ieder mens die bekeerd wordt, wordt een nieuwe steen in de tempel van God. Dit is de ware tempel. Dit is de tempel die nooit zal worden afgebroken.
Waarom? Omdat… Christus Jezus zelf de hoeksteen is, in wie het gehele bouwwerk is samengevoegd.
De grondslag van dit bouwwerk is gelegd door de apostelen en profeten. Dit bouwwerk is nog niet af. Zowel Joden als heidenen worden binnengebracht in het Koninkrijk van God…één voor één.
Eén voor één worden wij door Christus met God verzoend, Vreemdelingen tot Burgers en Vreemdelingen tot Familie.
Paulus gebruikt hier een progressie. Eerst schrijft hij dat wij vreemdelingen waren. In de oudheid waren dit de mensen die een ommuurde stad binnenkwamen om zaken te doen, maar zij hadden geen wettelijk recht om te blijven. Jezus brengt vreemdelingen binnen in de ommuurde stad van Gods Koninkrijk en maakt ons tot burgers. Dan gaat Hij nog verder. Paulus legt uit dat wij vreemdelingen waren. Dat waren zij die voor een korte tijd in iemands huis mochten verblijven, maar zij waren geen familieleden en na een korte tijd moesten zij vertrekken. Maar Jezus Christus maakt ons leden van het huisgezin Gods.
Wij waren illegale vreemdelingen die burgers werden en daarna vreemdelingen die familie werden. Voor ons is het heilige der heiligen Gods huis. Wij kunnen altijd bij onze hemelse Vader komen door wat Jezus voor ons heeft gedaan.
Prees de Heer voor Zijn wonderbaarlijke verzoeningswerk.
Wij waren een volk zonder verleden, zonder heden, zonder toekomst, zonder God en zonder hoop. Wij waren een volk onder Gods toorn.
Nu hebben wij door Jezus een
-Vorige tijd… gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten,
-Huidige tijd… medeburgers met de heiligen en leden van het huisgezin Gods
-Toekomst… samen gebouwd tot een woning voor God door de Geest.
-Wij hebben een God… Jeremia 31:33 (ESV)
Maar dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, verklaart de Here: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen, en zal die in hun hart schrijven. En Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
-Wij hebben hoop… Romeinen 15:13 (ESV)
Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat u door de kracht van de heilige Geest overvloedig zult zijn in de hoop.