In het naaien is een plooi een vouw of plooi in stof die wordt vastgenaaid of vastgezet.
Tekenen van plooien
Kleine plooien, vooral meerdere parallelle plooien, kunnen worden gebruikt om kleding of huishoudlinnen te versieren. Wanneer de plooien zeer smal zijn, worden ze biezen of speldenplooien genoemd.
Tucks worden ook gebruikt om een afgewerkt kledingstuk in te korten, vooral een kinderkledingstuk, zodat het kan worden verlengd (“neergelaten”) als het kind groeit door het stiksel dat de plooi op zijn plaats houdt te verwijderen.
In Louisa May Alcott’s Little Women, zegt Amy:
“Mijn enige troost,” zei ze tegen Meg, met tranen in haar ogen, “is dat moeder geen plooien in mijn jurken maakt als ik ondeugend ben, zoals de moeder van Maria Parks doet. Mijn liefste, het is echt vreselijk, want soms is ze zo erg dat haar jurk tot aan haar knieën zit, en dan kan ze niet naar school komen.
– Hoofdstuk 4: Lasten
Tucks, gemakkelijk gemaakt door de uitvinding van de naaimachine, waren erg populair als versiering in de tweede helft van de 19e eeuw, vooral in fijn linnen of katoenen stof voor chemisettes, engageantes, blouses, lingerie, zomerjurken, en kinderkleding. Plooien werden ook gebruikt om zwaardere stoffen te versieren: een reispak van “ruwe cheviot” (stevige wol) wordt beschreven als een rok met “plooien, elke plooi twee duim breed en twee duim uit elkaar, acht plooien in totaal, box-plooi aan de onderkant”.