Aardbevingen zijn een reactie op de beweging tussen platen. Als twee platen in een gestaag tempo tegen elkaar duwen, komen de rotsen langs de grens steeds meer onder druk te staan, totdat er uiteindelijk iets moet wijken – en er een aardbeving optreedt langs een breuk ergens in het gebied van de plaatgrens. Het is te vergelijken met het buigen van een stok. Als je die met toenemende kracht buigt, vervormt de stok steeds meer, totdat hij uiteindelijk breekt (“aardbeving!”) en elk van de twee stukken van de stok weer min of meer recht terugveren, maar in een nieuwe positie ten opzichte van elkaar.

In Nieuw-Zeeland duwen de Australische en de Pacifische plaat tegen elkaar langs een krommende grens. Hoe ze elkaar raken verandert langs de grens. Aan de zuidkant van het Zuidereiland duikt de Australische Plaat onder de Stille Plaat (subductie), terwijl op het Noordereiland het omgekeerde gebeurt: de Stille Plaat wordt onder de Australische Plaat geduwd. Daartussen, door het grootste deel van het Zuidereiland, schuren de twee platen langs elkaar langs de Alpine Fault. Om een video te bekijken van hoe de plaatgrens in de loop van miljoenen jaren is veranderd, klik hier

De Hikurangi Trog markeert de botsingsgrens ten oosten van het Noordereiland, en is de plaats waar oceanische lithosfeer (de Pacifische Plaat) als een enorme hellende plaat onder het Noordereiland daalt. Als gevolg van deze subductie ontstaan op diepte magma’s die de actieve vulkanen van Nieuw-Zeeland doen ontstaan.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.