Echografie is een beeldvormende test waarbij geluidsgolven worden gebruikt om beelden van organen te vormen, die op een scherm verschijnen. Echografie wordt vaak gedaan door een sonde in de buik te plaatsen. Transvaginale echografie maakt gebruik van een speciale sonde die rechtstreeks in de vagina wordt geplaatst. Dit geeft een duidelijker beeld van de baarmoeder, eierstokken en andere bekkenorganen. Deze test kan worden gebruikt om symptomen zoals pijn te beoordelen en problemen op te sporen. Bij zwangere vrouwen wordt het gebruikt om de foetus (ongeboren baby) te onderzoeken.
Voorbereiding op het onderzoek
-
U kunt worden gevraagd uw blaas te legen voor het onderzoek.
-
Vertel de echograaf welke medicijnen u gebruikt en of u een bekkenoperatie hebt ondergaan. Beantwoord alle vragen die de echograaf stelt. Aan de hand van uw antwoorden kan de echoscopist het onderzoek aanpassen aan uw gezondheidsbehoeften.
Tijdens het onderzoek
-
U kan worden gevraagd een ziekenhuisjas aan te trekken. Vervolgens gaat u op een onderzoekstafel liggen met uw knieën opgetrokken (als voor een bekkenonderzoek).
-
De echograaf gebruikt een dunne handsonde (transducer) in de vorm van een tampon. Deze sonde is bedekt met een steriel omhulsel en een vetvrije gel. Het wordt dan in de vagina geplaatst. In sommige gevallen wordt u gevraagd de sonde zelf in te brengen, net als een tampon.
-
De sonograaf zal de sonde bewegen om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. Je kunt druk voelen. Als u pijn voelt, waarschuwt u de echoscopist.
Na het onderzoek
Voordat u vertrekt, kan het zijn dat u nog even moet wachten terwijl de beelden worden bekeken. U kunt uw normale routine direct na de test weer oppakken. Uw arts zal u laten weten wanneer de resultaten klaar zijn.