De eerste stap in de behandeling van de beet (occlusie) is het uitvoeren van een occlusale evaluatie. Een individu wordt door verschillende bewegingen van de onderkaak gevoerd om de verhouding van de boventanden tot de ondertanden te bepalen. Ook worden de slijtage van de tandoppervlakken, de beweeglijkheid van de tanden, de kauwspieren en de gewrichten (TMJ) van de onderkaak geëvalueerd.

Deze evaluatie zal bepalen of behandeling van de occlusie nodig is. Dit kan inhouden:

1. Gelokaliseerd occlusaal trauma
2. Clenching of bruxisme (knarsen)
3. Occlusale aanpassing van beide gebitselementen.

Gelokaliseerd occlusaal trauma

Bij de behandeling van geïsoleerd occlusaal trauma (fremitis) aan één of twee tanden of kiezen die een verhoogde beweeglijkheid of pijnlijkheid hebben, wordt een kleine aanpassing van de occlusale vlakken uitgevoerd om het ongemak op te lossen en de beweeglijkheid te verminderen.

Clenching of bruxisme (knarsen)

Bij clenching en bruxisme zijn het hele boven- en ondergebit betrokken. Stress is een factor die bijdraagt aan deze aandoening. Symptomen van deze aandoening zijn spierpijn, vergrote wangspieren, ’s morgens een vermoeid gevoel in de kaken, occipitale hoofdpijn (achterhoofd), nekpijn, beweeglijkheid, pijn aan de voorkant van de oren, suizen in de oren, beperkte opening, en slijtage van de voortanden en hoektanden.

Dit is een stress-gerelateerde gewoonte die onbekend kan zijn voor een individu, tenzij het onder hun aandacht wordt gebracht.

In de loop van de dag treedt deze gewoonte meestal op wanneer men gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde situatie is gericht of tijdens stressvolle momenten zoals autorijden. Als men zich overdag bewust is van deze gewoonte, heeft men enige controle over het beperken van de momenten waarop dit gebeurt. s Nachts is bruxisme/clenchen echter ernstiger, vooral als men onder stress staat.

Bij de behandeling van dit bruxisme/clenchen wordt een bijtsplinter of nachtbeschermer aanbevolen. Dit apparaat is gemaakt van een hoge kwaliteit acryl voor langdurig gebruik. Bij voorkeur wordt de spalk alleen voor de boventanden gemaakt. De gebitsspalk moet zo worden ontworpen dat het oppervlak van de spalk glad is met een lichte helling aan de voorkant van de spalk. Door het ontwerp van deze spalk kunnen de ondertanden gelijkmatig op de spalk rusten en wordt knarsen op de voortanden voorkomen. Door het ontwerp van deze spalk kunnen de spieren voor het kauwen zich ontspannen, waardoor de gewrichten (TMJ) van de onderkaak minder worden belast.

In de regel zal men binnen twee weken beginnen te merken dat de symptomen van deze gewoonte beginnen te verbeteren. De beetspalk geneest deze gewoonte echter niet, maar controleert de gevolgen van bruxisme/knijpen. Om deze reden zijn beetspalken voor langdurig gebruik.

Occlusale Aanpassing van beide gebitselementen

Deze behandeling omvat een algehele aanpassing van het gebit. Om het gebit te stabiliseren wordt het gebit op bepaalde plaatsen op het tandoppervlak lichtjes bijgevijld. Na deze procedure, die meerdere afspraken in beslag kan nemen, zijn er geen vullingen of kronen nodig om de minimale hoeveelheid verwijderde tandstructuur te vervangen. Ook kan deze procedure worden uitgevoerd zonder verdoofd te worden. Deze behandeling mag echter niet worden uitgevoerd bij mensen die knarsen of op elkaar klemmen, tenzij er eerst een beetspalkbehandeling wordt uitgevoerd.

Occlusaal Trauma en Parodontale Ziekte

In het verleden en ook nu nog denken sommige tandartsen dat occlusaal trauma tandvleesontsteking veroorzaakt. Ondanks het feit dat door verschillende wetenschappelijke studies is aangetoond dat bijttrauma geen tandvleesaandoeningen veroorzaakt, wordt het vandaag de dag nog steeds door sommige algemene tandartsen als oorzaak van tandvleesaandoeningen genoemd. Het is echter aangetoond dat bijttrauma bij aanwezigheid van tandvleesaandoeningen kan bijdragen aan verder verlies van steun voor tanden en kiezen.

Er zijn twee soorten occlusaal trauma:

1. Primair occlusaal trauma

Dit type bijttrauma wordt gezien bij een individu zonder tandvleesontsteking. De tanden zijn echter beweeglijk zonder botverlies of ondersteuning van de tanden.

2. Secundair Occlusaal Trauma

Dit type bijttrauma komt voor bij mensen met tandvleesontsteking en botverlies en verlies van steunpunten rond de tanden en kiezen. Dit bijttrauma kan bijdragen tot verder verlies van steun en bot rond de tanden.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.