Mars

1. Het magnetisch veld van Mars lijkt het meest op dat van

a. Mercurius

b. Venus

c. Aarde

d. Jupiter

e. Saturnus

2. Het hoofdbestanddeel van de Martiaanse atmosfeer is

a. water

b. kooldioxide

c. stikstof

d. zuurstof

e. geen van bovenstaande, omdat ze in aboutequente hoeveelheden voorkomen.

3. De resterende noordpoolijskap die in de zomer overblijft, bestaat uit___, terwijl de seizoensafhankelijke ijskap (die in de winter wordt afgezet) bestaat uit___.

a. waterijs, waterijs

b. kooldioxide-ijs, kooldioxide-ijs

c. waterijs, kooldioxide-ijs*

d. kooldioxide-ijs, waterijs.

4. De vlakten van Mars liggen overvloedig op het ___ halfrond; kraters liggen overvloedig op het ___ halfrond.

a. noordelijk, noordelijk

b. zuidelijk, zuidelijk

c. zuidelijk, noordelijk

d. noordelijk, zuidelijk.*

5. De stromingspatronen die op het oppervlak van Mars zijn gevonden, wijzen erop

a. dat Mars een waterrijke wereld is.

b. dat het klimaat op Mars in het verleden anders was.

c. dat er vulkanisme op Mars voorkomt.

d. dat de poolkappen uit water bestaan.

e. al het bovenstaande

6. Hoe verhouden de Grand Canyon van de Colorado-rivier in Arizona en de Afrikaanse Rift Valley zich in grootte tot Valles Marineris op Mars?

a. Ze zijn allemaal honderden kilometers lang. Ze zijn allemaal ongeveer duizenden kilometers lang.

c. De Grand Canyon en Valles Marineris zijn ongeveer honderden mijlen lang terwijl de Rift Valley van Afrika ongeveer duizenden mijlen lang is.

d. De Grand Canyon is ongeveer honderden kilometers lang, terwijl de Rift Valley van Afrika en Valles Marineris ongeveer duizenden kilometers lang zijn.

e. Geen van bovenstaande.

7. Welke van de volgende beweringen is juist?

a. er is nooit stromend water op Mars geweest

b. ruimtesondes hebben kleine hoeveelheden stromend water gevonden op de bodem van sommige diepe ravijnen

c. er is waarschijnlijk waterijs onder de oppervlakte

d. de poolkappen bestaan geheel uit waterijs.

8. In welke van de volgende opzichten verschilt de chemische samenstelling van het materiaal aan het oppervlak van Mars van die van de Aarde?

a. meer zuurstof en stikstof

b. minder zuurstof en stikstof

c. meer silicium en ijzer*

d. minder silicium en ijzer.

9. Welke van de volgende condities zal waarschijnlijk bestaan op een planeet waar levende organismen voorkomen?

a. Oppervlaktetemperaturen tussen 50°C en 100°C.

b. Een atmosfeer.

c. Water.

d. Al het bovenstaande.*

e. Geen van bovenstaande.

10. Welk van de volgende materialen kan men vinden in de polarcaps van Mars?

a. Waterijs.

b. CO2-ijs (“droog” ijs).

c. Stof.

d. Al het bovenstaande.*

e. Geen van bovenstaande.

11. De Viking experimenten voor het opsporen van leven waren ontworpen om

a. aminozuren van levende organismen te analyseren

b. te zoeken naar grote organismen die zich door het Martiaanse landschap bewogen

c. te zoeken naar tekenen van metabolische activiteiten*

d. de vervalproducten van dode organismen te onderzoeken

e. al het bovenstaande te doen.

12. De interpretatie van de Viking biologie-experimenten op Marst dat er op dit moment geen bewijs is van leven op de planeet is gebaseerd op het feit dat

a. het massaspectrometer-experiment geen bewijs vond voor organisch materiaal.

b. het gasuitwisselingsexperiment geen gassen vond die vrijkwamen uit de Marsbodem.

c. het pyrolytische-release-experiment geen bewijs vond van radioactief CO2 dat vrijkwam door levende organismen.

d. Al het bovenstaande.

e. Geen van bovenstaande.

13. Welke van de volgende waarnemingen heeft het Vikingspacecraft gedaan op het oppervlak van Mars?

a. Seismografische experimenten.

b. Oppervlaktekartering.

c. Optische spectroscopie.

d. Alle bovenstaande.*

e. Geen van bovenstaande.

14. De Mars Rover missie heeft aangetoond dat

a. er duidelijk geologisch bewijs is van oppervlaktewater in het verleden op Mars.

b. het onmogelijk is om oppervlakte-exploratie van Mars op afstand te doen.

c. het landen van ruimtevaartuigen op Mars in een cocon niet zal werken.

d. Mars is te ingewikkeld om door verkenning op afstand te begrijpen.

e. geen van bovenstaande.

15. Hoewel geen enkel ruimtevaartuig monsters van Mars heeft opgehaald, hebben we hier op Aarde monsters van Mars van

a. kosmisch stof vertraagd in de Aardse satmosfeer

b. kometen die materiaal van Mars oppikken en naar de Aarde brengen

c. meteorieten die op Mars ontstaan zijn*

d. asteroïden die materiaal van Mars oppikken en naar de Aarde brengen

e. geen van deze

16. Mars heeft ___ bekende satellieten

a. 0

b. 1

c. 2

d. 3

e. 4.

17. Welke van de volgende beweringen over de Marsatellieten is waar?

a. beide zijn grote satellieten (bijna zo groot als de Maan)

b. beide zijn kleine satellieten*

c. de ene is groot, de andere is klein

d. Mars heeft slechts één kleine satelliet.

18. Men gelooft dat de manen van Mars

a. hoofdzakelijk uit ijzer en nikkel bestaan.

b. hoofdzakelijk uit bevroren gassen van water en kooldioxide bestaan.

c.

c. die in een baan om Mars draaien die tegengesteld is aan de draairichting van Mars.

d. gevormd uit materiaal dat is uitgestoten uit Olympus Mons en andere grote vulkanen op Mars.

e. ingevangen planetoïden.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.