Legnica, Duits Liegnitz, stad, Dolnośląskie województwo (provincie), zuidwesten van Polen. Het ligt langs de rivier Kaczawa in de westelijke laagvlakte van Silezië (Śląsk).
Een Silezisch bolwerk uit de 12e eeuw, Legnica werd in 1248 de hoofdstad van een autonoom vorstendom. In de Slag bij Liegnitz, of Legnica, op 15 april 1241, versloegen de Mongolen een Pools leger onder Hendrik II, vorst van Neder-Silezië. Legnica kreeg in 1252 stadsrechten en werd al snel een belangrijk handelscentrum, met een economie gebaseerd op de uitgebreide weefindustrie. De stad werd lange tijd bestuurd door de Piast dynastie, maar ging over in handen van de Habsburgers (1675) en de Pruisen (1741). In de Tweede Wereldoorlog werd de stad zwaar beschadigd.
Traditionele industrieën zijn metaalbewerking (voornamelijk messing), textiel, en voedselproductie; metallurgie en koperverwerking hebben zich meer recent ontwikkeld. Legnica is de hoofdstad van het plaatselijke rooms-katholieke bisdom, dat in 1992 werd opgericht. De stad heeft een kopermuseum, een kunstgalerij, een theater, een cultureel centrum en een openbare bibliotheek. Aantal inwoners. (2011) 103,238.