Weet je dat, als je in de klas zit en je hoort iemand op zijn kauwgom kauwen en je je daar, voor slechts één seconde, alleen maar op kunt concentreren? Of wanneer je in een vrij stille kamer zit en dan iemand water begint te slurpen en je huid begint te kriebelen? Of als je vriend een verstopping heeft en je door dat constante gesnotter en geslik irrationeel kwaad wordt en je hem voor heel even haat?
Het is niet omdat je niet om hen geeft, of dat je zou willen dat ze gewoon helemaal zouden stoppen met lawaai maken. Geloof me maar.
In feite is dit een vrij veel voorkomende gebeurtenis, en ja, het heeft een naam. Misofonie. Per definitie, misofonie is een selectieve geluidsgevoeligheid syndroom dat een trigger heeft. Triggers kunnen zijn: luid slikken, luid ademen, geeuwen, klikken van pennen, stuiteren van knieën, kauwgom kauwen, enz.
Ik heb hier al last van sinds ik me kan herinneren, maar de gevallen die me opvallen zijn van de middelbare school en daarna. Als mensen, in hun examenvrees of verveling, met hun pen begonnen te klikken, begon ik echt te friemelen. God, wat haatte ik dat geluid van die pen – in en uit, in en uit, in en uit. Ik zou die klas verlaten, staren naar mijn klasgenoten en hen een vreselijk lot toewensen. Maar ik ben niet iemand die mensen iets vreselijks toewenst (meestal), dus ik vroeg me voortdurend af wat er met me aan de hand was.
Het werd erger.
Als ik met mijn vrienden zat te lunchen en er waren pauzes in het gesprek, dan maakte het kauwen en ademen en slikken van mijn vrienden me kwaad. Gedachten als: Als hij nog één keer zo slikt, ben ik niet verantwoordelijk voor mijn daden, en is ze opgevoed in een schuur of kauwt ze gewoon met haar mond open en ademt ze met haar mond om mij te kwellen?!
Ik zou me schuldig voelen, want ik hield van mijn vrienden en zou ze nooit kwaad toewensen. En dit is niet iets wat ik ontgroeide. Ik zit nu op de universiteit en het is nog erger. Als mensen die ik ken en waar ik veel van hou willekeurige deuntjes beginnen te neuriën, moet ik de kamer verlaten. Ik schiet lasers door mijn ogen naar mijn kamergenoten als ze te luid eten. Ik krimp ineen als mijn vrienden verstopt zitten en ze naast me zitten in de klas, ademend door hun snotterige neuzen. Ik haat het als ik tijdens de les moet luisteren naar mensen die hoesten en slikken door wat er in hun keel zit.
Dit alles maakt me zenuwachtig en boos en angstig en hatelijk.
Misofonie wordt meestal zelf gediagnosticeerd, dus als ik mensen vertel dat ik het heb, geloven ze me niet altijd. Ze beweren dat ik gewoon een “hypochonder” ben, terwijl ik eigenlijk eerlijk tegen mezelf ben.
Sommige mensen hun natuurlijke geluiden maken me gewelddadig. Het slikken van sommige mensen maakt me angstig. Luid slurpen van water is genoeg om mijn handen te laten trillen. Snurken en zwaar ademen is genoeg om mijn oren met watten te vullen en ze er nooit meer uit te halen. Het geklik van pennen van mijn medeleerlingen tijdens een uitzonderlijk moeilijk proefwerk maakt me aan het huilen.
En dit is allemaal natuurlijk.
En ja, voordat je het vraagt, ik weet dat andere mensen geen last van deze geluiden hebben. Ik weet dat de meeste mensen het niet eens horen als anderen luid kauwen of mondademen. Ik weet dat veel mensen hun dag niet doorkomen met pijn als mensen met hun pen klikken of snurken of water doorslikken.
Maar dit is waar ik elke dag mee leef, en ik ben daar oké mee. Dus geloof me, als je aan het eten bent, en ik kijk boos – het ligt echt niet aan jou. Het ligt aan mij en mijn misofonie.
Featured Image via Pexels