Industrialisatie van Rusland

Net als Peter de Grote was Witte van mening dat Rusland moest industrialiseren. Hij vond dat Rusland oorlog moest vermijden en dat de binnenlandse politiek moest worden gecoördineerd met de buitenlandse politiek. Hij was realistisch in zijn verzet tegen de Aziatische oorlogen en de Japans-Russische oorlog. Hij vergiste zich echter in de opvatting dat hij de algemene bureaucratie van het leger kon controleren.

Witte was voorstander van autocratie en een sterke staat. Zijn programma omvatte niet alleen economische maar ook politieke hervormingen. Hij was een vriend van de middenstand die in de industrie werkte en maakte daardoor veel vijanden onder de adel. Hij geloofde dat, als er offers moesten worden gebracht om Rusland industrieel sterk te maken, de boeren konden worden uitgebuit omdat in de toekomst hun levensstandaard zou stijgen.

Witte zorgde door de aanleg van spoorwegen voor de noodzakelijke verbindingen en stimulansen voor de industrie en verlaagde de prijzen. De staat nam de spoorwegen over om een grotere efficiëntie te bereiken. Witte geloofde in buitenlandse investeringen en was niet bang voor een oplopende staatsschuld. Hij wilde een gunstige handelsbalans en een stabiele munt, convertibel en gebaseerd op goud. In 1897 zette hij Rusland op de goudstandaard om investeringen aan te trekken. Hij voerde ook een hoog invoertarief in om de Russische productie te beschermen en de industriële achterstand weg te werken. Hij geloofde dat graan als betaalmiddel zou dienen voor de Russische import. Rusland moest echter concurreren met Amerika, Australië en Argentinië, die goedkoper graan produceerden. Witte probeerde dit probleem op te lossen door de boeren meedogenloos uit te buiten.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.