De glomeromyceten zijn obligate symbiotische schimmels die arbusculaire mycorrhizae vormen met de wortels of thalli (b.v. in bryophyten) van landplanten. Momenteel is het onmogelijk om een cultuur van glomeromyceten zonder planten op te zetten. De arbusculaire mycorrhizae worden in de meeste landplanten aangetroffen, en glomeromyceten dragen in hoge mate bij tot het terrestrische ecosysteem. Landplanten geven organisch materiaal aan glomeromyceten, die planten helpen om water en voedingsstoffen uit de bodem op te nemen en om de weerstand van planten tegen ziekten te vergroten. Deze wederzijdse relatie leidt soms tot schade aan planten of tot parasitisme op schimmels. Een unieke vertegenwoordiger, Geosiphon, vormt een endocytobiotische associatie met cyanobacteriën (Nostoc)

De glomeromyceten hebben coenocytische hyphen, waardoor zij bij de “Zygomycota” werden ingedeeld. De hyfen dringen de intracellulaire ruimte (tussen celwand en celmembraan) van de plant binnen en vormen sterk vertakte structuren voor de uitwisseling van voedingsstoffen met de plant, arbuscules. Sommige soorten vormen ook strage structuren, blaasjes (bv. Glomus). Ze planten zich ongeslachtelijk voort door blaastische ontwikkeling van de hyphale tip om grote sporen (glomerosporen; soms tot 800 µm) te produceren binnen of buiten de wortels. De glomerospore, omsloten door een meerlagige celwand, bevat vele kernen. Seksuele voortplanting is onbekend.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.