In de populaire verbeelding blijft de status van Franz Joseph Gall (1758-1828) als charlatan extraordinaire veilig: een man die differentieel talent, vaardigheid en persoonlijkheid kon diagnosticeren op basis van ‘bulten’ op de schedel lijkt inderdaad een plaats te verdienen bij de tabloid horoscoopconstructeurs. Niettemin, zowel in zijn eigen tijd als in de ogen van latere historici. Gall werd gezien als een uitmuntend technicus die blijvende bijdragen leverde aan onze kennis van vergelijkende neuroanatomie. Op dezelfde manier bleef zijn reputatie als revolutionair neuropsycholoog doorslaggevend in de ontwikkeling van moderne beschrijvingen van functionele lokalisatie binnen het menselijk brein. Meer recent is het belang van Gall’s poging om de klassieke faculteitstheorie omver te werpen algemeen erkend; de voorwaarden van het huidige theoretische debat over de modulariteit van de geest werden door Gall vastgesteld. Er is echter één aspect van Gall’s werk dat niet opnieuw is geëvalueerd door de neurowetenschappelijke gemeenschap. Gall’s ‘sociobiologie’ (om het enigszins anachronistisch te formuleren) is het terrein gebleven van historici. Toen leden van de frenologische beweging hersenanatomie combineerden met fysionomie, was een van hun doelen het aanpakken van ethische en politieke kwesties: maskers van beroemdheden en beruchtheden vormden levendige herinneringen aan wet en wanorde. Verzamelingen van vroege frenologische portretten, waarvan er een in het volgende artikel wordt beschreven, waren eveneens bedoeld om te illustreren hoe de wisselwerking tussen intellectuele en affectieve krachten de bijdrage van het individu aan de samenleving bepaalde. Dergelijke collecties zijn een uitstekende bron in onze (nog ontoereikende) pogingen om te begrijpen hoe de negentiende eeuw de agenda bepaalde voor de twintigste-eeuwse psychologie en neurowetenschappen.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.