In de documentaire First Contact: Lost Tribe of the Amazon, José Carlos Meirelles, een Sertanista (achterbuurman), die 40 jaar lang voor het Nationaal Instituut voor Indianen van de Braziliaanse regering (FUNAI) heeft gewerkt en deel uitmaakt van de leiding van de groep geïsoleerde Indianen van het FUNAI (Índios Isolados da FUNAI) en coördinator van het Beschermingsfront van de Envira-rivier (Frente de Proteção Etnoambiental do Rio Envira (FPERE)), in Acre, “contact” maakt met een “verloren stam”. De documentaire richt zich voornamelijk op 35 “ongecontacteerde” inheemse mensen, de “Tsapanawas” of “Sapanahuas”, die in juni 2014 werden gefilmd in een dorp in het Braziliaanse Amazonegebied nabij de grens met Peru en twee groepen “Mashco-Piro”, zoals ze algemeen bekend staan, in het zuidoosten van Peru. Hoewel Meirelles en documentairemaker Angus MacQueen misschien de “beste bedoelingen” hadden bij het documenteren van de benarde situatie van deze inheemse bevolking, hebben ze cruciale informatie weggelaten, misleidende taal gebruikt en tal van feitelijke fouten gemaakt. Dit kan maar tot één conclusie leiden. Er is een aparte (verborgen?) agenda en een specifiek doelpubliek waarop deze “documentaire” was gericht.

In de documentaire wordt beweerd dat de Mashco-Piros een “stad”, eigenlijk een inheemse gemeenschap, genaamd Monte Salvado, waren “binnengevallen”. Als van iemand gezegd kan worden dat hij iemand “binnengevallen” is, dan zijn het de inheemse Yines die in Monte Salvado wonen, en die de Mashco-Piros “binnengevallen” zijn. De Yines kwamen van de rivier de Urubamba, een ander stroomgebied, en vestigden zich in wat nu Monte Salvado is aan de rivier Las Piedras in het begin tot halverwege de jaren negentig. Dat was stroomopwaarts van enige andere inheemse gemeenschap, in een gebied dat lange tijd als het gebied van de Mashco-Piros werd beschouwd, en binnen het gebied dat vervolgens werd voorgesteld voor het Madre de Dios-reservaat dat zogenaamd verboden terrein was voor hen en andere inheemse volkeren in afzondering. De Yines hebben herhaaldelijk getracht in contact te komen met de Mashco-Piros, waarbij zij dieper in hun gebied zijn doorgedrongen om onder meer potten, pannen, machetes en messen voor hen achter te laten. Zij drongen ook herhaaldelijk dieper het gebied van de Mashco-Piro binnen om waardevolle boomsoorten te kappen, en in de jaren 2000, tijdens een hausse van mahonie- en cederhout, belastten zij andere houthakkers om hetzelfde te doen. Deze boom ging gepaard met veelvuldig geweld tussen de Mashco-Piros en de houthakkers, waarbij aan beide zijden doden vielen.

Maar waarom zijn de Yines verhuisd? Er zijn vele redenen, waaronder het ontvluchten van de Peruaanse burgeroorlog en de toegang tot anders ontoegankelijk hout in het omringende bos. Maar waarom zo hard proberen in contact te komen met de Mashco-Piros? Een deel van het antwoord zou christelijk evangelisme kunnen zijn. De Yines zijn protestantse “Evangelicos”, zoals ze in Peru worden genoemd, en zij zijn op zoek naar bekeerlingen. Ook “Big Corporate Oil” kan een rol gespeeld hebben. De Yines verhuisden naar Monte Salvado rond dezelfde tijd dat Mobil zich in Madre de Dios vestigde, alvorens in 1996 een contract te tekenen voor de exploratie van 1,5 miljoen hectare, waaronder het Las Piedras bekken. Mobil vestigde een basis stroomopwaarts van Monte Salvado, nog dieper in Mashco-Piro gebied, en had veel Yines in dienst. Werden de Yines daarheen overgebracht om de Mashco-Piros te “pacificeren” en de operaties te vergemakkelijken, waarbij missionarissen een bemiddelende rol speelden? Het zou niet de eerste keer zijn dat dit in het Amazonegebied gebeurt.

De documentaire doet weliswaar een poging om uit te leggen waarom de Tsapanawas bij Simpatía opdoken en waarom de Mashco-Piros “contact” leggen, maar slaagt er vrijwel geheel niet in om uit te leggen hoe ernstig de regering van Peru er niet in slaagt om de gebieden van de inheemse volken te beschermen en hoe consequent dergelijke gebieden de laatste decennia zijn binnengedrongen door houtkappers, drugshandelaren en cocaboeren. Wat Meirelles en MacQueen duidelijk hadden moeten maken is dat het zogenaamd verboden Murunahua Reservaat in Peru, dat door de Tsapanawas wordt gebruikt en door Meirelles wordt genoemd, nooit naar behoren is beschermd en jarenlang het toneel is geweest van ongebreidelde illegale houtkap, in de hand gewerkt door extreem geweld en corruptie. Meirelles en MacQueen verzuimen ook te vermelden dat zowel het Nationaal Park Alto Purus, dat door de Tsapanawas wordt gebruikt, als het Mashco-Piro-reservaat ook regelmatig door illegale houtkappers worden aangevallen, en dat de regering talrijke “legale” kapconcessies in het Mashco-Piro-gebied heeft gevestigd in gebieden die waren voorgesteld als deel van het Madre de Dios-reservaat, maar die bij de instelling van het reservaat werden uitgesloten. Naast de problemen met de houtkap is er ook nog het probleem van de productie van en handel in verdovende middelen, die de inheemse bevolking treft. Peru concurreert met Colombia als ’s werelds grootste cocaproducent en één van de manieren waarop cocaïne en/of cocaïnepasta wordt geëxporteerd is via het zuidoostelijke Amazonegebied van Peru naar Brazilië en verder. Dit kan betekenen dat het grondgebied van Tsapanawa en Mashco-Piro wordt doorkruist. Het is bekend dat de rivier Envira, waar Simpatía is gelegen, een van die routes is. Ook dit heeft geleid tot extreme corruptie en geweld tegen de Tsapanawa en Mashco-Piro.

De documentaire belicht de steun aan de Tsapanawas door FUNAI, omschreven als Brazilië’s “federatie voor inheemse volkeren” (in feite een overheidsinstituut binnen het Ministerie van Justitie) maar verzuimt te erkennen dat FUNAI ernstige fouten heeft gemaakt voor en onmiddellijk na het Simpatía treffen waardoor het leven van de Tsapanawas en andere mensen ernstig in gevaar is gebracht. FUNAI was maanden van tevoren gewaarschuwd dat contact waarschijnlijk was, maar verzuimde te zorgen voor 1) een tolk die met de Tsapanawas kon communiceren; 2) een gespecialiseerde arts die de nodige medische verzorging kon geven omdat zij geen immunologisch afweersysteem hebben en uiterst vatbaar zijn voor verkoudheid en griep; 3) essentiële apparatuur om vaccins op te slaan; 4) noodvoedsel voor de Tsapanawas; en 5) ervaren FUNAI-personeel. De gevolgen van deze mislukte acties? Een daarvan was het misverstand dat is vastgelegd in de beelden van de Simpatía-ontmoeting. De documentaire erkent terecht dat deze situatie “vol risico’s” was, maar erkent niet hoe gemakkelijk dat risico had kunnen worden beperkt als FUNAI anders had gereageerd en ervoor had gezorgd dat er iemand aanwezig was die kon begrijpen wat de Tsapanawas zeiden en die constructief met hen kon communiceren.

Hoewel Meirelles nooit heeft gezegd dat deze stammen onbekend of “ongecontacteerd” waren, hebben velen in de wereldpers de groep aanvankelijk wel als zodanig afgeschilderd. In feite was het bestaan van deze groep, zoals van veel inheemse stammen, al lang bekend. Hun aanwezigheid was ontdekt door grensgangers of door satellietbeelden. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat veel van deze stammen in de loop der jaren al een vorm van vluchtig “contact” hadden gehad met buitenstaanders. De reden dat deze stammen worden geclassificeerd als “ongecontacteerd” is omdat zij zich hebben teruggetrokken in de jungle en bewust elke interactie met kolonisten vermijden. De documentaire noemt de Tsapanawas, Mashco-Piros en/of andere geïsoleerd levende inheemse volken “ongecontacteerd”, “verloren”, “verborgen”, “onaangetast door de moderne beschaving”, “onaangetast, ja zelfs onaangetast door onze moderne wereld”, “de stammen die de tijd vergat”, “mensen die ons laten zien wat we ooit waren”, en die leven, of voorheen leefden, in “totale afzondering” en “volledig isolement.” Het noemt de Mashco-Piros zelfs “krijgers”, bevat een shot van een YouTube-clip over de Tsapanawas getiteld “Amazonestam maakt voor het eerst ontroerend contact met de buitenwereld”, en beschrijft de Simpatía-ontmoeting als “het moment waarop deze geïsoleerde mannen en vrouwen voor het eerst aansluiting zoeken bij de buitenwereld.” Dat is allemaal belachelijk en zeer beledigend. Door de Tsapanawas e.a. “ongecontacteerd” te noemen wordt de realiteit van hun leven en de geschiedenis van het westelijk Amazonegebied verdraaid. Alle volken die als “geïsoleerd” worden omschreven hebben op de een of andere manier contact gehad met de buitenwereld. Wat ze niet hebben is regelmatig contact. Maar ze gebruiken al minstens 100 jaar bijlen, kapmessen en ijzeren potten.

Een laatste gedachte. Tegen het einde van First Contact: Lost Tribe of the Amazon beweert de verteller dat “de realiteit van het bestaan van de Tsapanawas een einde maakt aan onze romantische dromen van nobele wilden die nog steeds in de Hof van Eden leven.” Wiens “romantische dromen”? Is dat echt hoe Meirelles en MacQueen veronderstellen dat hun publiek denkt? Als van iemand gezegd kan worden dat ze de Tsapanawas en andere geïsoleerd levende inheemse volken “romantiseren”, dan zijn het Meirelles en MacQueen wel. Vooral wanneer zij formuleringen gebruiken als “ongecontacteerd”, “onaangetast” en “onaangetast”. Dit soort taalgebruik, het gebrek aan medische vooruitziendheid bij het contacteren van inheemsen die kwetsbaar kunnen zijn voor infectie en ziekte en het weglaten van feitelijke informatie leiden allemaal tot één conclusie. Er is een aparte (verborgen?) agenda en een specifiek doelpubliek waar deze “documentaire” zich op richt. Wat die agenda en het specifieke doelpubliek is zullen we misschien nooit weten; maar ik voel me op mijn gemak als ik zeg dat First Contact: Lost Tribe of the Amazon niet over “Antropologie” gaat, maar over uitbuiting en niets meer.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.