Voer, raak of adopteer geen wilde dieren, zwerfhonden of -katten.
Zorg ervoor dat uw honden, katten en fretten up-to-date zijn met hun rabiësvaccinaties. Gevaccineerde huisdieren dienen als een buffer tussen hondsdolle wilde dieren en de mens. Bescherm ze, en u verkleint uw risico op blootstelling aan rabiës. Vaccins voor honden, katten en fretten die drie maanden oud zijn, zijn één jaar werkzaam. Herhalingsvaccinaties zijn tot drie jaar werkzaam. Huisdieren die te jong zijn om te worden gevaccineerd, moeten binnenshuis worden gehouden. Voor sommige nieuwe vaccins is inmiddels een vergunning afgegeven, en deze kunnen dan ook voor jongere dieren worden gebruikt.
Probeer niet twee vechtende dieren van elkaar te scheiden. Draag handschoenen als u uw huisdier na een gevecht vastpakt.
Houd gezelschapsdieren ’s nachts binnen. Laat ze niet zonder toezicht buiten en laat ze niet vrij rondlopen.
Lokt u geen wilde dieren naar uw huis of erf. Houd uw erf vrij van opgeslagen vogelzaad of ander voedsel dat wilde dieren kan aantrekken. Voer huisdieren binnenshuis. Sluit vuilnisbakken goed af of zet ze weg. Sluit alle openingen naar uw zolder, kelder, veranda of garage af. Scherm uw schoorsteen af.
Vleermuizen kunnen bijzonder moeilijk uit gebouwen te weren zijn omdat ze door kieren zo klein als een potlood kunnen komen. Methoden om vleermuizen buiten te houden (batproofing) van huizen en zomerkampen moeten in de herfst en winter worden uitgevoerd. Als vleermuizen zich al binnen bevinden (bijvoorbeeld op zolder of in andere ruimten), neem dan contact op met de plaatselijke gezondheidsdienst over humane manieren om ze te verwijderen.
Stimuleer kinderen om het onmiddellijk aan een volwassene te vertellen als ze door een dier zijn gebeten. Vertel kinderen dat ze geen dieren mogen aanraken die ze niet kennen.
Als er een wild dier op uw terrein is, laat het dan wegdwalen. Breng kinderen en huisdieren naar binnen en waarschuw buren die buiten zijn. U kunt contact opnemen met een ambtenaar van de overlastbestrijding voor wilde dieren die het dier tegen betaling zal verwijderen.
Meld alle dierenbeten of contact met wilde dieren aan uw plaatselijke gezondheidsdienst. Laat geen dieren ontsnappen die mogelijk iemand aan hondsdolheid hebben blootgesteld. Afhankelijk van de soort kan het worden geobserveerd of getest op rabiës om te voorkomen dat een rabiësbehandeling nodig is. Hieronder vallen vleermuizen met huidcontact of aangetroffen in een kamer met een slapend persoon, een kind zonder toezicht, of iemand met een verstandelijke beperking. Vleermuizen hebben kleine, scherpe tanden en in bepaalde omstandigheden kunnen mensen gebeten worden en het niet weten.
Voor meer informatie, neem contact op met uw lokale gezondheidsdienst.