Het grootste deel van de bevolking van Myanmar is plattelandsbevolking, waarbij de bevolkingsdichtheid in elke regio verband houdt met de landbouwproduktie, vooral van rijst. De dichtstbevolkte gebieden zijn de Irrawaddy-delta en de droge zone, en de hoogste bevolkingsdichtheid wordt aangetroffen in de bovendelta, tussen Yangon en Hinthada (Henzada). In de Sittang-delta, het door sedimenten gevormde achterland van Sittwe en de regio’s aan weerszijden van de benedenloop van de Chindwin-rivier is de bewoning middelmatig. De Rakhine-regio (met uitzondering van het gebied rond Sittwe), de westelijke oever van de Irrawaddy aan de voet van het Rakhine-gebergte, Tenasserim, en de minder toegankelijke delen van de westelijke en noordelijke bergen en het Shan-plateau zijn dun bewoond. Hoewel de stedelijke bevolking is gegroeid, is het tempo van verstedelijking in Myanmar niet zo snel geweest als in de meeste andere landen van Zuidoost-Azië.
De bevolking van Myanmar blijft tamelijk jeugdig, met ruwweg eenvierde van de mensen onder de 15 jaar. Het aandeel jongeren is echter sinds het einde van de 20e eeuw gestaag gedaald, aangezien het geboortecijfer is gedaald van aanzienlijk boven tot aanzienlijk onder het wereldgemiddelde. De levensverwachting daarentegen is gestegen: de meeste mannen en vrouwen leven tot hun zestigste.