Morfologie is de ordening, verdeling of vorm van iets. De term wordt gebruikt met verschillende specifieke scopes al naargelang de context.
In het vakgebied van de biologie is morfologie het gespecialiseerde gebied dat zich richt op de vorm van levende wezens. Zij bestudeert dus de structuur en de kenmerken van organismen, zowel inwendig als uitwendig.
Er zijn verschillende soorten morfologie binnen de biologie, die als sub-disciplines kunnen worden beschouwd. De lijst ziet er als volgt uit:
* functionele morfologie: de studie van de organische vorm en de kenmerken van organismen, vanuit het oogpunt van de functie. Twee van de meest vooraanstaande wetenschappers op dit gebied zijn David Wake en D.D. David;
* beschrijvende morfologie: gericht op het beschrijven en vergelijken van verschillende organische vormen. Dit kadert in de vergelijkende anatomie, de discipline die zich toelegt op de analyse van anatomische overeenkomsten en verschillen van levende wezens;
* theoretische morfologie: het fundamentele doel ervan is de morfologische vernauwingen te bestuderen. In dit verband zij gewezen op de morfometrie, een tak van deze subdiscipline die de morfologie van levende wezens kwantificeert door deze te herleiden tot numerieke abstracties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen als cellulaire automaten, fractale meetkunde en logaritmische patronen;
* evolutionaire morfologie: richt zich op het bestuderen van de geschiedenis van de vorm van organismen en de veranderingen die deze in de loop van de tijd ondergaan.
In het vakgebied van de geografie is de morfologie gewijd aan het onderzoeken van de kenmerken van het oppervlak van de planeet Aarde. Ook bekend als geomorfologie, beoogt het de beschrijving en het begrip van oppervlaktevormen en zogenaamde geografische kenmerken.
Het gebied van de grammatica dat gewijd is aan de studie van de structuur van termen en hun componenten staat bekend als linguïstische morfologie. De specialisten ervan onderzoeken de interne conformatie van woorden.
Deze morfologie kan zich richten op hoe nieuwe woorden worden gevormd (lexicale morfologie) of op welke woordsoorten ontstaan op grond van hun interne elementen (verbuigingsmorfologie).
In een morfologische analyse wordt de kleinste eenheid die kan worden geïsoleerd een morfeem genoemd. Het is de kleinste eenheid die betekenis heeft. Een lexem daarentegen is de kleinste eenheid die, ondanks het feit dat zij geen grammaticale morfemen heeft, toch een lexicale betekenis heeft.
Wat de etymologie van het woord morfologie betreft, kunnen we zeggen dat het uit het Grieks stamt en vertaald kan worden als “de wetenschap van de vorm”. In het specifieke geval van de taalkunde wordt het bestuderen van de vorm van woorden op de een of andere manier het bestuderen van de woorden zelf, omdat we ze in de spraak opvatten als eenheden en niet stilstaan bij hun onderdelen.
Het is belangrijk om het verschil op te merken tussen morfologie en syntaxis, de twee secties waarin de studie van talen volgens de conventionele grammatica is onderverdeeld. Deze twee begrippen verhouden zich op de volgende manier tot elkaar: terwijl de morfologie ons in staat stelt de interne structuur van woorden en de manier waarop ze gevormd worden te bestuderen, geeft de syntaxis ons een beschrijving van de manier waarop ze gecombineerd worden om syntagmen, zinnen en zinnen te vormen.
Hoewel, volgens de grondslagen van de generatieve grammatica, de groep van theoretische grondslagen voor de studie van de syntaxis van talen, kan de morfologie niet op zichzelf staan als een onafhankelijke tak. In sommige gevallen zijn er alternaties die veroorzaakt worden door fonologische beperkingen, zodat sommige aspecten van de morfologie onder de morfofonemiek vallen.