Metternich en het Concert van Europa
De massale sociale omwentelingen van de Revolutionaire en Napoleontische perioden lokten een reactie uit met een onmiddellijker en ingrijpender gevolg dan de geschriften van conservatieve theoretici. In de periode 1815-48 wijdde de Oostenrijkse staatsman prins Metternich, van grote invloed in Oostenrijk en in Europa in het algemeen, zijn energie aan de opbouw van een antirevolutionaire keten van internationale allianties in heel Europa.
Metternich was een dominante figuur op het Congres van Wenen, de internationale vredesconferentie die in 1814 werd bijeengeroepen tegen het einde van de Napoleontische oorlogen. De vredesregeling die in 1815 in Wenen werd getroffen, was gebaseerd op conservatieve beginselen die werden gedeeld door de Oostenrijkse afgevaardigde Metternich, de Britse afgevaardigde Burggraaf Castlereagh, de Franse afgevaardigde Talleyrand en de voorheen liberale Russische tsaar Alexander I. Deze beginselen waren traditionalisme, als reactie op 25 jaar snelle veranderingen; legitimisme (erfelijke monarchie als de enige wettige heerschappij); en herstel van de monarchen die na 1789 waren verdreven.
De Europese grootmachten probeerden ook vrede af te dwingen door middel van periodieke conferenties tussen regeringen die aanleiding gaven tot een periode van internationale samenwerking die bekend stond als het Concert van Europa. Het Concert-systeem, dat neerkwam op een rudimentaire vorm van internationaal bestuur, werd gebruikt om verschillende internationale geschillen vreedzaam te beslechten en om liberale opstanden binnen de grenzen van de lidstaten te onderdrukken.
Volgens Metternich waren de liberale revoluties van de jaren 1820 en ’30 in Spanje en delen van Italië en Duitsland “onhistorisch” en onrealistisch. De liberalen waren bezig met een vergeefse poging om de Engelse instellingen van parlementaire regering en constitutionele monarchie op te leggen op plaatsen waar ze geen historische wortels hadden. Met argumenten ontleend aan Burke, drong hij aan op de noodzaak van continuïteit met het verleden en een ordelijke, organische ontwikkeling. Vandaar zijn sarcastische opmerkingen over de liberale revoluties in Napels en elders:
Een volk dat lezen noch schrijven kan, wiens laatste woord de dolk is – prima materiaal voor grondwettelijke principes!…De Engelse grondwet is het werk van eeuwen….Er bestaat geen universeel recept voor grondwetten.