Twee van de grootste slagmannen die de sport ooit gekend heeft, staan op deze foto. Ty Cobb had in zijn 24-jarige carrière een slaggemiddelde van .367. Jackson, die in 1915 werd verkocht aan de White Sox, haalde een gemiddelde van .356. Jackson’s carrière duurde slechts dertien jaar. Commissaris Kennesaw Mountain Landis verbande Jackson uit het honkbal vanwege zijn betrokkenheid bij de samenzwering in 1919 om de World Series te verprutsen, sindsdien bekend als het Black Sox-schandaal.
Casey Stengel, “The Old Professor”, had een veertienjarige carrière als speler voor vijf teams uit de National League. Stengel wordt het meest geïdentificeerd met de New York Yankees, die hij in twaalf jaar tijd naar tien overwinningen leidde, en de New York Mets, die hij later leidde met totaal tegenovergestelde resultaten.
Stengel stond ook bekend om zijn ingewikkelde manier van spreken, die later “Stengelese” werd genoemd. In 1954 sprak Gayle Taylor van de Associated Press over Stengel’s communicatieve vaardigheden: “Door te praten in de zuiverste jabberwocky heeft hij geleerd dat hij het beantwoorden van vragen kan vermijden, en tegelijkertijd zijn publiek kan laten worstelen met een milde vorm van mentale verlamming.” (blz. 374, The Dickson Baseball Dictionary)
Cy Young won 511 major league honkbalwedstrijden; meer dan enige andere werper. Het uitzonderlijke karakter van zijn prestatie wordt erkend met de Cy Young Award, waarmee de beste werpers in het honkbal worden geëerd.
Outfielder Armando Marsans was een van de eerste Cubanen die in de Verenigde Staten in de Major League speelde. Hij begon zijn carrière in de Cubaanse competitie en kwam in 1911 uit voor de Cincinnati Reds. Hij verliet de majors nadat hij het seizoen van 1918 had doorgebracht bij de New York Yankees.
Hall of Fame catcher Roger Bresnahan was een pionier in het gebruik van scheenbeschermers achter de thuisplaat, hoewel hij aanvankelijk belachelijk werd gemaakt omdat hij in het openbaar zijn benen beschermde tegen foute ballen, spikes van spelers en rondvliegende knuppels.
Gebaseerd op de namen op het negatief en de algemene periode van de Bain Collectie, lijkt het waarschijnlijk dat deze foto Bill Reynolds toont, die in 1913 en 1914 voor de Yankees speelde. Er is geen informatie over Seitz gevonden in de standaard honkbal-encyclopedieën.
Bill Klem wordt algemeen beschouwd als een van de beste scheidsrechters die het spel ooit heeft gezien. Hij was meer dan dertig jaar lang een zeer omstreden arbiter in de National League, speelde in achttien World Series en werd verkozen tot lid van de Hall of Fame. Ondanks hun belang voor het spel, werden scheidsrechters vaak geconfronteerd met harde meningen over hun rol. In Pitching in a Pinch schreef Christy Mathewson: “veel fans zien een scheidsrechter als een soort noodzakelijk kwaad voor de luxe van honkbal, zoals de geur die een auto volgt.”