De Kaukasus, 1914-16

Het Kaukasische front tussen Rusland en Turkije omvatte twee strijdtonelen: Armenië in het westen, Azerbeidzjan in het oosten. De uiteindelijke strategische doelstellingen van de Turken waren de verovering van de olievelden van Bakoe in Azerbeidzjan en het doordringen in Centraal-Azië en Afghanistan om Brits-Indië te bedreigen, maar eerst moesten zij de Armeense vesting Kars veroveren, die samen met die van Ardahan sinds 1878 in Russisch bezit was.

Een Russische opmars van Sarıkamış (Sarykamysh, ten zuiden van Kars) naar Erzurum in Turks Armenië in november 1914 werd tegengegaan in december toen het Turkse 3e Leger, onder leiding van Enver zelf, een drieledig offensief lanceerde tegen de Kars-Ardahan positie. Dit offensief werd op catastrofale wijze neergeslagen in gevechten bij Sarıkamış en bij Ardahan in januari 1915; maar de Turken, slecht gekleed en slecht bevoorraad in de Kaukasische winter, verloren veel meer manschappen door blootstelling en uitputting dan door gevechten (hun 3de Leger werd in één maand teruggebracht van 190.000 tot 12.400 man, terwijl de gevechtsslachtoffers 30.000 bedroegen). Turkse troepen, die intussen het neutrale Perzische deel van Azerbeidzjan waren binnengevallen en Tabriz op 14 januari hadden ingenomen, werden verdreven door een Russische tegeninvasie in maart.

Tijdens deze campagne hadden de Armeniërs achter de Turkse linies voor ongeregeldheden gezorgd ter ondersteuning van de Russen en hadden zij de toch al moeizame Turkse verbindingen bedreigd. Op 11 juni 1915 besloot de Turkse regering de Armeniërs te deporteren. Bij de deportatie begingen de Turkse autoriteiten wreedheden op grote schaal: de meeste schattingen van het aantal Armeense doden lopen uiteen van 600.000 tot 1.500.000 voor deze periode.

Groothertog Nicolaas, die tot dan toe opperbevelhebber was geweest van alle Russische legers, werd in september 1915 vervangen door Keizer Nicolaas zelf; de groothertog werd toen naar de Kaukasus gestuurd om daar het bevel te voeren. Hij en generaal N.N. Yudenich, de overwinnaar van Sarıkamış, begonnen in januari 1916 een grote aanval op Turks Armenië; Erzurum werd op 16 februari ingenomen, Trabzon op 18 april, Erzıncan op 2 augustus; en een lang uitgestelde Turkse tegenaanval werd bij Oğnut afgeslagen. Het nieuwe front in Armenië, dat in de herfst tot groot voordeel van Rusland was gestabiliseerd, werd daarna minder getroffen door de Russisch-Turkse oorlogsvoering dan door de gevolgen van de revolutie in Rusland.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.