Zo’n 200 miljoen jaar geleden was de aarde nog één groot continent – het grote Pangaea. Rond die tijd vond, wat algemeen wordt genoemd, de massa-extinctieperiode aan het einde van het Trias plaats, waarbij de helft van al het zeeleven op aarde uitstierf. Jarenlang geloofden wetenschappers dat dit het gevolg was van een massale vulkaanuitbarsting over de hele wereld, toen het enorme continent zich opsplitste in meerdere segment-continenten.

Een nieuwe studie, onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Science, concludeert echter dat de verantwoordelijkheid voor de massale uitsterving in feite een dodelijke methaanuitbarsting in de zeebodem is. Onderzoekers van het Nordic Center for Earth Evolution aan de Universiteit van Kopenhagen beweren dat een enorme hoeveelheid methaan die in de atmosfeer vrijkwam, een groot deel van de soorten op Aarde uitroeide en de weg vrijmaakte voor het tijdperk van de dinosauriërs.

Aardeskundige Micha Ruhl en collega’s onderzochten oude plantenfossielen van de bodem van de Tethys Oceaan, en op basis van hun moleculaire analyse blijkt dat “minstens 12.000 gigaton methaan in de atmosfeer werd geïnjecteerd gedurende slechts 10- tot 20.000 jaar van de uitsterving aan het einde van het Trias.”

De uitbarsting van de zeebodem lijkt minstens 600.000 jaar te hebben “geboerd”, constateerden de wetenschappers. Hoewel het minder lang in de atmosfeer blijft, is methaan een krachtiger broeikasgas dan kooldioxide en wanneer het buiten in de atmosfeer terechtkomt, leidt dit tot het vrijkomen van meer methaan. Zo ontstaat een sneeuwbaleffect, dat de langdurige duur van de uitstoot zou kunnen verklaren.

Volgens een bericht over de bevindingen van Ruhl en zijn team:

De onderzoekers suggereren dat deze kortstondige uitbarsting van methaan eerder verantwoordelijk was voor de massa-extincties. Veranderingen in de vegetatie aan het eind van het Trias leveren ook bewijs voor sterke opwarming en een verbeterde mondiale watercyclus in die tijd, zeggen ze. Ruhl en zijn collega’s zeggen ook dat hun bevindingen wetenschappers kunnen helpen om vooruit te plannen, aangezien de mens mogelijk 5.000 gigaton koolstof of meer aan de atmosfeer zou kunnen bijdragen als we al onze bekende fossiele brandstofreserves zouden verbranden.

Het verandert echter niets aan de theorieën over hoe de dinosaurussen zijn uitgestorven. Vorige week nog werd het jongste dinosaurusfossiel gevonden, wat de toch al heersende theorie van de massale uitsterving door asteroïden nog eens extra kracht bijzet.

via

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.