7 Zoals jullie nu in alles uitblinken – in geloof, in spreken, in kennis, in uiterste ijver, en in onze liefde voor jullie – zo willen wij dat jullie ook uitblinken in deze edelmoedige onderneming.
8 Ik zeg dit niet als een bevel, maar ik toets de echtheid van uw liefde aan de ernst van anderen. 9 Want gij kent de edelmoedige daad van onzen Heer Jezus Christus, dat, hoewel hij rijk was, hij toch om uwentwil arm geworden is, opdat gij door zijne armoede rijk zoudt worden. 10 En in deze zaak geef ik u mijn raad: het is goed dat u, die vorig jaar begonnen bent niet alleen iets te doen, maar zelfs iets te willen doen – 11 het nu afmaakt, zodat uw gretigheid geëvenaard wordt door het af te maken naar uw vermogen. 12 Want als de gretigheid er is, is de gave aanvaardbaar naar wat men heeft – niet naar wat men niet heeft. 13 Ik bedoel niet dat er verlichting moet zijn voor anderen en druk op u, maar het gaat om een eerlijk evenwicht tussen 14 uw huidige overvloed en hun behoefte, zodat hun overvloed voor uw behoefte kan zijn, zodat er een eerlijk evenwicht is. 15 Zoals er geschreven staat,
“Degene die veel had, had niet te veel,
en degene die weinig had, had niet te weinig.”
Lees volledig hoofdstuk
Voetnoten
- 2 Korintiërs 8:7 Andere oude autoriteiten lezen uw liefde voor ons
- 2 Korintiërs 8:7 Gk deze genade
- 2 Korintiërs 8:9 Gk de genade