In 1993 deelde de Zuid-Afrikaanse politieke activist Nelson Mandela de jaarlijkse Nobelprijs voor de Vrede met de Zuid-Afrikaanse president F.W. de Klerk. Mandela’s Nobelprijsrede op 10 december 1993 in Oslo, Noorwegen staat hieronder.

Uwe Majesteit de Koning,
Uwe Koninklijke Hoogheid,
Geachte Minister-President,
Madame Gro Brundtland,
Ministers,
Parlementsleden en Ambassadeurs,
Geachte Leden van het Noorse Nobelcomité,
Gelegen Laureaat, de heer F.W. de Klerk,
Gedistingeerde gasten,
Vrienden, dames en heren:

Ik voel mij werkelijk vereerd hier vandaag te staan om de Nobelprijs voor de Vrede van dit jaar in ontvangst te nemen.

Ik betuig mijn oprechte dank aan het Noorse Nobelcomité dat het ons tot Nobelprijswinnaar heeft verheven. Ik wil ook van deze gelegenheid gebruik maken om mijn landgenoot en mede-laureaat, Staatspresident F.W. de Klerk, te feliciteren met de ontvangst van deze hoge onderscheiding.

Tezamen voegen wij ons bij twee eminente Zuidafrikanen, wijlen Chief Albert Luthuli en Zijne Genade Aartsbisschop Desmond Tutu, aan wier baanbrekende bijdragen aan de vreedzame strijd tegen het kwaadaardige systeem van apartheid u welverdiend hulde hebt gebracht door hun de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen.

Het zal niet aanmatigend van ons zijn als wij onder onze voorgangers ook de naam noemen van een andere eminente Nobelprijswinnaar, wijlen de Afro-Amerikaanse staatsman en internationalist, wijlen ds. Martin Luther King, Jr.

Ook hij heeft geworsteld met en is gestorven in een poging een bijdrage te leveren aan de rechtvaardige oplossing van dezelfde grote problemen van deze tijd waarmee wij als Zuid-Afrikanen te maken hebben gehad.

We spreken hier over de uitdaging van de dichotomieën van oorlog en vrede, geweld en geweldloosheid, racisme en menselijke waardigheid, onderdrukking en repressie en vrijheid en mensenrechten, armoede en vrijheid van gebrek.

We staan hier vandaag als niets meer dan een vertegenwoordiger van de miljoenen van ons volk die het hebben aangedurfd in opstand te komen tegen een sociaal systeem waarvan de essentie oorlog, geweld, racisme, onderdrukking, repressie en de verarming van een heel volk is.

Ik ben hier vandaag ook als vertegenwoordiger van de miljoenen mensen over de hele wereld, de anti-apartheidsbeweging, de regeringen en organisaties die zich bij ons hebben aangesloten, niet om te strijden tegen Zuid-Afrika als land of tegen een van zijn volkeren, maar om zich te verzetten tegen een onmenselijk systeem en te eisen dat er snel een einde komt aan de apartheidsmisdaad tegen de menselijkheid.

Deze ontelbare mensen, zowel binnen als buiten ons land, hadden de edelmoedigheid van geest om zich te verzetten tegen tirannie en onrechtvaardigheid, zonder uit te zijn op zelfzuchtig gewin. Zij erkenden dat schade aan één een schade aan allen is en traden daarom gezamenlijk op ter verdediging van rechtvaardigheid en een gemeenschappelijk menselijk fatsoen.

Dankzij hun moed en volharding gedurende vele jaren, kunnen wij vandaag zelfs de data vaststellen waarop de gehele mensheid zich zal verenigen om een van de opmerkelijke menselijke overwinningen van onze eeuw te vieren.

Wanneer dat moment aanbreekt, zullen wij ons samen verheugen in een gemeenschappelijke overwinning op racisme, apartheid en blanke minderheidsheerschappij.

Die triomf zal eindelijk een einde maken aan een geschiedenis van vijfhonderd jaar Afrikaanse kolonisatie die begon met de vestiging van het Portugese keizerrijk.

Dus zal het een grote stap voorwaarts in de geschiedenis betekenen en tevens dienen als een gemeenschappelijke belofte van de volkeren van de wereld om racisme te bestrijden, waar het zich ook voordoet en welke gedaante het ook aanneemt.

Op het zuidelijkste puntje van het Afrikaanse continent is een rijke beloning in de maak, een geschenk van onschatbare waarde is in voorbereiding, voor hen die geleden hebben in naam van de gehele mensheid toen zij alles opofferden – voor vrijheid, vrede, menselijke waardigheid en menselijke vervulling.

Deze beloning zal niet in geld worden gemeten. Noch kan zij worden afgemeten aan de collectieve prijs van de zeldzame metalen en edelstenen die rusten in de ingewanden van de Afrikaanse bodem die wij betreden in de voetstappen van onze voorouders. Zij zal en moet worden afgemeten aan het geluk en het welzijn van de kinderen, tegelijkertijd de meest kwetsbare burgers van elke samenleving en de grootste van onze schatten.

De kinderen moeten eindelijk in de vrije natuur kunnen spelen, niet langer gekweld door honger of geteisterd door ziekte of bedreigd met de gesel van onwetendheid, molest en misbruik, en niet langer verplicht tot daden waarvan de ernst de eisen van hun prille jaren te boven gaat.

Ten overstaan van dit voorname publiek verplichten wij het nieuwe Zuid-Afrika tot het onophoudelijk nastreven van de doelstellingen die zijn omschreven in de Wereldverklaring over het overleven, de bescherming en de ontwikkeling van kinderen.

De beloning waarover wij hebben gesproken zal en moet ook worden afgemeten aan het geluk en het welzijn van de moeders en vaders van deze kinderen, die op aarde moeten rondlopen zonder angst te worden beroofd, gedood voor politiek of materieel gewin, of bespuugd omdat zij bedelaars zijn.

Zij moeten ook worden verlost van de zware last van wanhoop die zij in hun hart dragen, geboren uit honger, dakloosheid en werkloosheid.

De waarde van dit geschenk aan allen die hebben geleden, zal en moet worden afgemeten aan het geluk en het welzijn van alle mensen van ons land, die de onmenselijke muren die hen verdelen, zullen hebben afgebroken.

Deze grote massa’s zullen zich hebben afgekeerd van de ernstige belediging van de menselijke waardigheid, die sommigen als meesters en anderen als knechten bestempelde, en die ieder in een roofdier veranderde, wiens voortbestaan afhankelijk was van de vernietiging van de ander.

De waarde van onze gezamenlijke beloning zal en moet worden afgemeten aan de vreugdevolle vrede die zal zegevieren, omdat de gemeenschappelijke menselijkheid die zowel zwart als blank tot één menselijk ras verbindt, tegen ieder van ons zal hebben gezegd dat wij allen zullen leven als de kinderen van het paradijs.

Zo zullen wij leven, omdat wij een samenleving zullen hebben geschapen, die erkent, dat alle mensen gelijk geboren zijn, met ieder in gelijke mate recht hebbend op leven, vrijheid, welvaart, mensenrechten en goed bestuur.

Zo’n samenleving mag nooit meer toestaan dat er gewetensgevangenen zijn of dat de mensenrechten van wie dan ook worden geschonden.

Ook mag het nooit meer gebeuren dat de wegen naar vreedzame verandering worden geblokkeerd door usurpators die het volk de macht willen ontnemen, met het nastreven van hun eigen, laaghartige doelen.

In verband met deze aangelegenheden doen wij een beroep op degenen die Birma regeren om onze mede Nobelprijswinnares voor de vrede, Aung San Suu Kyi, vrij te laten en een serieuze dialoog met haar en degenen die zij vertegenwoordigt aan te gaan, ten bate van het gehele volk van Birma.

Wij bidden dat zij die daartoe de macht hebben, zonder verder uitstel zullen toestaan dat zij haar talenten en energie aanwendt voor het grotere welzijn van de bevolking van haar land en de mensheid als geheel.

Ver weg van de ruwe politiek van ons eigen land, wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om mij aan te sluiten bij het Noorse Nobelcomité en hulde te brengen aan mijn mede-laureaat, de heer F.W. de Klerk.

Hij had de moed om toe te geven dat ons land en ons volk een vreselijk onrecht was aangedaan door het opleggen van het apartheidssysteem.

Hij had de vooruitziende blik om te begrijpen en te aanvaarden dat het gehele volk van Zuid-Afrika, via onderhandelingen en als gelijkwaardige deelnemers aan het proces, samen moet bepalen wat het van zijn toekomst wil maken.

Maar er zijn nog steeds mensen in ons land die ten onrechte menen een bijdrage te kunnen leveren aan de zaak van gerechtigheid en vrede door vast te houden aan de sjibboleths waarvan bewezen is dat zij alleen maar rampzalig zijn.

Het blijft onze hoop dat ook zij gezegend zullen worden met voldoende reden om te beseffen dat de geschiedenis niet zal worden verloochend en dat de nieuwe samenleving niet tot stand kan worden gebracht door het weerzinwekkende verleden te reproduceren, hoe verfijnd of verleidelijk herverpakt ook.

Wij leven met de hoop dat Zuid-Afrika, terwijl het vecht om zichzelf opnieuw te vormen, als een microkosmos zal zijn van de nieuwe wereld die ernaar streeft geboren te worden.

Dit moet een wereld zijn van democratie en eerbiediging van de mensenrechten, een wereld bevrijd van de verschrikkingen van armoede, honger, ontbering en onwetendheid, bevrijd van de dreiging en de gesel van burgeroorlogen en agressie van buitenaf en onbelast van de grote tragedie van miljoenen die gedwongen worden vluchteling te worden.

De processen waarin Zuid-Afrika en Zuidelijk Afrika als geheel verwikkeld zijn, lonken en dringen er bij ons allen op aan dat wij dit getij bij de vloed grijpen en van deze regio een levend voorbeeld maken van wat alle gewetensvolle mensen zouden willen dat de wereld zou zijn.

Wij geloven niet dat deze Nobelprijs voor de Vrede bedoeld is als een lofrede voor zaken die gebeurd en voorbij zijn. Wij horen de stemmen die zeggen dat het een oproep is van allen, overal in het universum, die een einde wilden maken aan het systeem van apartheid.

Wij begrijpen hun oproep, dat wij de rest van ons leven wijden aan het gebruik van de unieke en pijnlijke ervaring van ons land om in de praktijk aan te tonen dat de normale voorwaarde voor het menselijk bestaan democratie, rechtvaardigheid, vrede, niet-racisme, niet-seksisme, welvaart voor iedereen, een gezond milieu en gelijkheid en solidariteit tussen de volkeren is.

Geraakt door deze oproep en geïnspireerd door de eminentie die u ons hebt toevertrouwd, verbinden wij ons ertoe dat ook wij zullen doen wat in ons vermogen ligt om bij te dragen tot de vernieuwing van onze wereld, opdat niemand in de toekomst nog als de ellendigen der aarde zal worden bestempeld. Laat toekomstige generaties nooit zeggen dat onverschilligheid, cynisme of egoïsme ons ertoe hebben gebracht niet te beantwoorden aan de idealen van humanisme die de Nobelprijs voor de Vrede belichaamt.

Laat het streven van ons allen bewijzen dat Martin Luther King Jr gelijk had, toen hij zei dat de mensheid niet langer tragisch gebonden kan zijn aan de sterrenloze middernacht van racisme en oorlog.

Laat ons aller streven bewijzen dat hij geen dromer was toen hij zei dat de schoonheid van echte broederschap en vrede kostbaarder is dan diamanten, zilver of goud.

Laat een nieuw tijdperk aanbreken!

Dank u.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.