De Mercer Automobile Co. was actief van 1910 tot 1925, de naam komt van het gebied waar het bedrijf gevestigd was, Mercer County, N.J. De financiering was afkomstig van twee rijke families, de Roebling en de Kusers. De voertuigen geproduceerd door de Mercer Company varieerden van sedans tot roadsters tot limousines met hun primaire focus op comfort in plaats van snelheid. Mercer bereikte gedurende zijn hele bestaan nooit de status van ‘massaproducent’ zoals Ford en Cadillac. Hun lage productie en hoge kosten hielden de voertuigen exclusief. Hun eerste voertuig, geïntroduceerd in 1910, kostte $1950, een prijs die veel hoger lag dan de meeste andere vergelijkbare voertuigen.
Door de volharding van Washington Roebling, de zoon van een van de oprichters van de Mercer Company, kwam er een roadster op de markt. De Raceabout wordt gezien als Amerika’s eerste sportwagen. Onder de motorkap bevond zich een zeer grote viercilinder motor die bijna 35 paardenkrachten kon leveren. Er waren twee reservebanden en een brandstoftank van 25 gallon. De 300 kubieke inch motor kon de 2800 pond wegende auto voortstuwen tot een topsnelheid van bijna 80 mph. Een zeer indrukwekkende prestatie in die tijd, vooral gezien het feit dat er weinig wegen waren die geschikt waren om dit soort snelheden aan te houden.
De Raceabout werd zwaar geracet in 1911 waar het vijf van de zes races won waaraan het deelnam. Het bereikte wereldrecord status en veel publiciteit voor het zich ontwikkelende bedrijf.
Door de jaren heen ging de populariteit, het succes en het fortuin van het bedrijf op en neer. Washington Roebling II was aan boord van de Titanic in 1912 toen het zonk. De productie van de Raceabout ging door. In 1914 verliet Mercer’s hoofd ingenieur en ontwerper, Porter, het bedrijf om zelf auto’s te gaan produceren. Helaas was hij niet in staat om het succes te bereiken dat bij de Mercer Company werd behaald.
In 1919 waren de oprichters van het bedrijf overleden. De controle over het bedrijf ging over naar een Wall Street organisatie die probeerde de groei van de productie te stimuleren. De controle werd teruggegeven aan de werknemers van Mercer Automobile en de productie ging nog een paar jaar door voordat zij in 1925 werd stopgezet.
Er waren vele redenen voor de ondergang van het bedrijf. Toen de autoproductie in de vroege jaren 1900 begon, was het voor particulieren mogelijk om slechts een paar auto’s te produceren en winst te maken, of hoogstens in zaken te blijven. Naarmate de tijd vorderde, nam ook de concurrentie toe. De ontwerpen werden eleganter, de motoren werden groter, de mechanische technologie ging vooruit en de voertuigen werden in massa geproduceerd. Om zaken te kunnen blijven doen in deze evoluerende auto-economie, werden de bedrijven gedwongen voortdurend vooruit te gaan. Het publiek vroeg om nieuwe uitvindingen, nieuwe verbeteringen en nieuwe producten. De concurrentie, het onvermogen om voortdurend nieuwe producten te introduceren, een moeilijke economie, en een onstabiel leiderschap waren enkele van de redenen waarom het bedrijf gedwongen werd op te geven.
door Dan Vaughan