Abstract
Evalueert de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu van 1,1,1-trichloorethaan, een gechloreerde koolwaterstof die op grote schaal wordt gebruikt bij het reinigen en ontvetten van metaal en als oplosmiddel in veel industriële en consumentenproducten. Misbruik van dit oplosmiddel heeft geleid tot een groot aantal sterfgevallen. Uit een overzicht van gegevens over het milieugedrag van 1,1,1-trichloorethaan blijkt dat deze stof alomtegenwoordig is in de atmosfeer, zich snel naar de troposfeer verplaatst, een lange verblijftijd heeft, de ozonlaag aantast en bijdraagt tot de opwarming van de aarde. Uitloging in grondwater en diepe watervoerende lagen komt voor en er is een hardnekkige verontreiniging gedocumenteerd. Hoewel besmetting van de atmosfeer de belangrijkste blootstellingsroute voor de bevolking wordt geacht te zijn, wordt in het rapport opgemerkt dat de lucht binnenshuis een aanzienlijk hogere blootstelling kan veroorzaken door het gebruik van talrijke consumentenproducten die dit oplosmiddel bevatten. Ook wordt opgemerkt dat de lucht de belangrijkste bron van blootstelling op de werkplek is. Een evaluatie van de effecten op mensen is gebaseerd op studies van beroepsmatig blootgestelde werknemers en gevallen van blootstelling met dodelijke afloop na ongevallen en opzettelijk misbruik. Zowel acute als langdurige inhalatieblootstellingen blijken het centrale zenuwstelsel aan te tasten, waarbij de symptomen variëren van lichte gedragsveranderingen tot bewusteloosheid. Blootstelling kan ook schade aan het hart en de lever veroorzaken. Een overzicht van ongevallen op de werkplek onderstreept de bijzonder gevaarlijke omstandigheden in slecht geventileerde ruimten en besloten ruimten, zoals tanks en gewelven, als gevolg van de grotere dichtheid van de verbindingen dan lucht. In het laatste hoofdstuk worden de effecten op organismen in het veld geëvalueerd, waarbij wordt geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat milieuconaminatie een significant gevaar voor milieu-organismen oplevert. Vanwege de vele andere gevaren, waaronder het ozonafbrekend vermogen, wordt in het rapport aanbevolen het vrijkomen van 1,1,1-trichloorethaan zo veel mogelijk te beperken