De divisie kreeg de eretitel Frundsberg naar de 16e eeuwse Duitse commandant Georg von Frundsberg. De divisie werd voornamelijk gevormd uit dienstplichtigen. Ze kwam voor het eerst in actie bij Tarnopol in april 1944 en nam later deel aan de bevrijding van de afgesneden Duitse troepen in de Kamenets-Podolsky zak.
Ze werd toen naar Normandië gestuurd om de geallieerde landingen tegen te gaan, waar ze, samen met de SS Division Hohenstaufen, deelnam aan de gevechten tegen de geallieerde operatie Epsom.Ze brachten de rest van juli door met het afslaan van Britse aanvallen op Hill 112 en Hill 113, met name tijdens Operatie Jupiter. Na twee weken van gevechten in augustus tegen de Britten tijdens Operatie Bluecoat en de Amerikanen bij Domfront werd de divisie zoals vele andere eenheden omsingeld bij Falaise. Ze waren bedoeld om deel te nemen aan de tegenaanval uitgevoerd door het II. SS-Panzerkorps, maar door de verwarring en chaos in de zak mislukte de aanval. SS-Panzer-Grenadier-Regiment 21 sloeg toe in de richting van St. Lambert maar werd teruggeslagen. Daarna werd de geplande aanval op de Frundsberg opgegeven en kreeg men opdracht uit te breken tussen St. Lambert en Chambois. Lambert en Chambois. De divisie leed zware verliezen en trok zich terug in België voordat ze opnieuw werden samengesteld in de buurt van Arnhem, waar ze al snel vochten tegen de geallieerde luchtlandingstroepen tijdens Operatie Market Garden bij Nijmegen, in Nederland, toen ze samen met de 9de SS Panzer divisie het II SS Panzer Corps vormden. Na de wederopbouw vocht het in januari 1945 in de Elzas. Daarna werd het naar het Oostfront gestuurd, waar het tegen het Rode Leger vocht in Pommeren en vervolgens in Saksen. Omsingeld in de Halbe Pocket, brak de divisie uit en trok zich terug via Moritzburg, alvorens het gebied van Teplice in Tsjecho-Slowakije te bereiken, waar de divisie zich overgaf aan het Amerikaanse leger aan het einde van de oorlog.