Op 1 mei 1964 voerde professor John Kemeny het eerste BASIC-programma (Beginner’s All-purpose Symbolic Instruction Code) uit vanaf een timesharing-terminal op het Dartmouth College in Hanover, New Hampshire. Gemaakt door Kemeny en Professor Thomas Kurtz, werd BASIC ontworpen om het voor studenten gemakkelijker te maken om computers te gebruiken.
BASIC genoot een enorme populariteit in het midden van de late jaren 1970 en 1980, en iedereen boven een bepaalde leeftijd zal waarschijnlijk hebben geleerd om te programmeren op een microcomputer met behulp van het. Ik heb dat zeker gedaan. Mijn eerste computer was een ZX81 van Sinclair Research. Een naam die mensen in het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk zullen herkennen, maar die de meesten buiten de Britse eilanden niets zal zeggen (hij werd uitgebracht – in een licht gewijzigde vorm – als de Timex Sinclair 1000 in de Verenigde Staten). Om het te gebruiken, moest je Sinclair BASIC beheersen en dat was mijn eerste ervaring met wat aanvankelijk een vreemde taal leek.
Programma’s en spelletjes voor microcomputers zoals de ZX81, ZX Spectrum, BBC Micro, Vic 20 en Commodore 64 werden van cassettebandjes geladen (een hit and miss affaire), maar je kon ook programma’s intypen die in computertijdschriften waren afgedrukt. Deze intyplijsten waren lang — vaak heel, heel lang — en het was gemakkelijk om fouten te maken. Dus als je aan het eind was gekomen van alles intypen, kwam het vaak voor dat programma’s niet uitvoerden. Dan moest je moeizaam de lijst doornemen, vergelijken met de versie op het scherm, op zoek naar het probleem. Meestal een ontbrekend stukje interpunctie.
Op gezette tijden waren de lijsten zelf fout, zodat de enige manier om het programma aan de praat te krijgen was om zelf de fout in de codering te ontdekken.
Als resultaat leerde ik, en vele, vele andere computergebruikers, niet alleen de basis van BASIC, maar ontwikkelde ook een solide begrip van hoe de taal te gebruiken om onze eigen programma’s te maken en te verbeteren.
Edsger Dijkstra, een Nederlandse computerwetenschapper, heeft eens beroemd gezegd: “Het is praktisch onmogelijk om goed programmeren te leren aan studenten die al eerder met BASIC in aanraking zijn geweest: als potentiële programmeurs zijn ze mentaal verminkt zonder hoop op herstel”.
Ik weet niet zeker of dat waar is — ik heb COBOL leren programmeren in het begin van de jaren negentig en mijn leraar zei dat de programma’s die ik schreef “goed” waren — maar omdat ik nooit een carrière als programmeur heb nagestreefd zal ik nooit zeker weten of BASIC mij mentaal verminkt heeft. Hoewel ik wel kan zeggen dat ik 33 jaar na mijn eerste kennismaking met Sinclair BASIC me de meeste commando’s, functies en sleutelwoorden nog duidelijk voor de geest kan halen, dus misschien had Dijkstra wel gelijk!
Hoe dan ook, zonder BASIC zouden computers vast niet zo gemakkelijk hun weg naar de mainstream gevonden hebben, en Microsoft dankt zijn bestaan aan de taal. Bill Gates richtte Microsoft op met zijn programmeerpartner Paul Allen, nadat hij een versie van BASIC had geschreven voor de MITS Altair microcomputer.
De dagen van het programmeren in BASIC liggen misschien al lang achter ons, maar de erfenis van die taal, en de invloed die het heeft gehad op de wereld waarin we nu leven, is onmiskenbaar.
10 PRINT “HELLO WORLD!”
20 GOTO 10
RUN
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WERELD!
HELLO WORLD!
HELLO WORLD!
HELLO WORLD!
HELLO WORLD!
HELLO WORLD!