Koning Bimbisara bezoekt de Bamboetuin (Venuvana) in Rajagriha; kunstwerk uit Sanchi

De Magadha-staat ca. 600 v. Chr., voordat deze zich uitbreidde vanuit zijn hoofdstad Rajagriha.

Er is weinig zekere informatie beschikbaar over de vroege heersers van Magadha. De belangrijkste bronnen zijn de boeddhistische Pāli Canon, de Jain Agamas en de Hindoe Purana’s. Op grond van deze bronnen blijkt dat Magadha gedurende ongeveer 200 jaar, van ca. 543 tot 413 v. Chr., werd geregeerd door de Haryanka dynastie.

Gautama Boeddha, de stichter van het boeddhisme, leefde een groot deel van zijn leven in het koninkrijk Magadha. Hij bereikte de verlichting in Bodh Gaya, hield zijn eerste preek in Sarnath en de eerste boeddhistische raad werd gehouden in Rajgriha.

De Hindoe Mahabharata noemt Brihadratha de eerste heerser van Magadha. Koning Bimbisara van de Haryanka dynastie voerde een actief en expansief beleid en veroverde het koninkrijk van Anga in wat nu West-Bengalen is. Koning Bimbisara werd gedood door zijn zoon, prins Ajatashatru. Koning Pasenadi, koning van het naburige Kosala en zwager van koning Bimbisara, nam prompt het geschenk van de provincie Kashi terug.

Over de oorzaak van koning Ajatashatru’s oorlog met de Licchavi, een gebied ten noorden van de rivier de Ganges, lopen de verhalen enigszins uiteen. Het schijnt dat Ajatashatru een minister naar het gebied stuurde die drie jaar lang werkte om de eenheid van de Licchavis te ondermijnen. Om zijn aanval over de Ganges te lanceren, bouwde Ajatashatru een fort bij de stad Pataliputra. Verscheurd door onenigheden vochten de Licchavis met Ajatashatru. Het duurde vijftien jaar voordat Ajatashatru hen had verslagen. In Jain-teksten wordt verteld hoe Ajatashatru twee nieuwe wapens gebruikte: een katapult, en een overdekte strijdwagen met zwaaiende knots, die wel vergeleken is met een moderne tank. Pataliputra groeide uit tot een handelscentrum en werd na de dood van Ajatashatru de hoofdstad van Magadha.

Nanda-rijk, ca. 325 v. Chr.

De Haryanka-dynastie werd omvergeworpen door de Shishunaga-dynastie. De laatste Shishunaga heerser, Kalasoka, werd in 345 v. Chr. vermoord door Mahapadma Nanda, de eerste van de zogenaamde “Negen Nanda’s”, d. w. z. Mahapadma en zijn acht zonen.

In 326 v. Chr. naderde het leger van Alexander de westelijke grenzen van Magadha. Het leger, uitgeput en bang bij het vooruitzicht bij de Ganges tegenover een ander reusachtig Indiaas leger te komen staan, muitte bij de Hyphasis (de moderne rivier de Beas) en weigerde verder naar het oosten op te marcheren. Alexander liet zich er na de ontmoeting met zijn officier Coenus van overtuigen dat het beter was om terug te keren en sloeg af naar het zuiden en veroverde zich een weg langs de Indus naar de Oceaan.

Maurya Rijk, ca. 250 v. Chr.

Omstreeks 321 v. Chr. eindigde de Nanda-dynastie en werd Chandragupta Maurya met de hulp van Chanakya de eerste koning van de grote Mauryaanse dynastie en het Mauryaanse Rijk. Het rijk breidde zich later uit over het grootste deel van Zuid-Azië onder koning Ashoka, die aanvankelijk bekend stond als ‘Ashoka de Wrede’, maar later een volgeling van het boeddhisme werd en bekend kwam te staan als ‘Dharma Ashoka’. Later eindigde het Mauryaanse Rijk, evenals het Shunga- en het Khārabēḷa-rijk, om te worden vervangen door het Gupta-rijk. De hoofdstad van het Gupta Rijk bleef Pataliputra in Magadha.

Articles

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.