Herschikken:
Herschik de vergelijking door wat rechts van het gelijkheidsteken staat van beide kanten van de vergelijking af te trekken :
2/3-(a/15)=0
Stap voor stap oplossing :
a Simplify —— 15
Vergelijking aan het eind van stap 1 :
2 a — - —— = 0 3 15
Stap 2 :
2 Simplify — 3
Equation at the end of step 2 :
2 a — - —— = 0 3 15
Step 3 :
Calculating the Least Common Multiple :
3.1 Vind het kleinste gemene veelvoud
De linker noemer is : 3
De rechter noemer is : 15
Priem Factor |
Links Denominator |
Rechts Denominator |
L.C.M = Max {Links,Rechts} |
---|---|---|---|
3 | 1 | 1 | 1 |
5 | 0 | 1 | 1 |
Product van alle Prime Factoren |
3 | 15 | 15 |
Laagst Gemeenschappelijk Veelvoud:
15
Vermenigvuldigers berekenen :
3.2 Vermenigvuldigers voor de twee breuken berekenen
Denoteer het kleinste gemene veelvoud met L.C.M
Menoem de linker vermenigvuldiger met Links_M
Menoem de rechter vermenigvuldiger met Rechts_M
Menoem de linker deler met L_Deno
Menoem de rechter vermenigvuldiger met R_Deno
Links_M = L.C.M / L_Deno = 5
Rechts_M = L.C.M / R_Deno = 1
Gelijkwaardige breuken maken :
3.3 Herschrijf de twee breuken in gelijkwaardige breuken
Twee breuken worden gelijkwaardig genoemd als ze dezelfde numerieke waarde hebben.
Bijvoorbeeld : 1/2 en 2/4 zijn gelijkwaardig, y/(y+1)2 en (y2+y)/(y+1)3 zijn ook gelijkwaardig.
Om gelijkwaardige breuken te berekenen, vermenigvuldig de teller van elke breuk, met de respectievelijke vermenigvuldigingsfactor.
L. Mult. • L. Num. 2 • 5 —————————————————— = ————— L.C.M 15 R. Mult. • R. Num. a —————————————————— = —— L.C.M 15
Samenvoegen van breuken die een gemeenschappelijke noemer hebben :
3.4 De twee equivalente breuken optellen
De twee equivalente breuken die nu een gemeenschappelijke noemer hebben, optellen
De tellers samenvoegen, de som of het verschil over de gemeenschappelijke noemer leggen en dan herleiden tot de laagste termen indien mogelijk:
2 • 5 - (a) 10 - a ——————————— = —————— 15 15
Vergelijking aan het eind van stap 3 :
10 - a —————— = 0 15
Stap 4 :
Wanneer een breuk gelijk is aan nul :
4.1 When a fraction equals zero ...
Wanneer een breuk gelijk is aan nul, moet de teller, het deel dat boven de breuklijn staat, gelijk zijn aan nul.
Nu, om de noemer kwijt te raken, vermenigvuldigt Tijger beide kanten van de vergelijking met de noemer.
Hier ziet u hoe:
10-a ———— • 15 = 0 • 15 15
Nu, aan de linkerkant, heft de 15 de noemer op, terwijl, aan de rechterkant, nul maal alles nog steeds nul is.
De vergelijking heeft nu de vorm :
10-a = 0
Oplossen van een eenvariabelevergelijking :
4.2 Oplossen : -a+10 = 0
Trek 10 af van beide kanten van de vergelijking :
-a = -10
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met (-1) : a = 10