Doel: Een multicentrische studie werd uitgevoerd bij 390 gezonde proefpersonen (210 mannen, 180 vrouwen) om de bloeddruk thuis te evalueren versus de bloeddruk op kantoor.
Methoden: De patiënten, in de leeftijd van 20-59 jaar, niet op antihypertensieve behandeling, werden niet voorgeselecteerd op bloeddrukniveaus. De bloeddruk werd gemeten in de spreekkamer van de arts, met behulp van een kwikmanometer op de vijfde, zesde en zevende minuut van rust, en thuis door zelfmeting met behulp van een gevalideerd elektronisch oscillometrisch apparaat op de vijfde, zesde en zevende minuut van rust, in de ochtend en de avond, op drie opeenvolgende dagen.
Resultaten: De analyse van kantoor- en thuismetingen bij de vijfde, zesde en zevende minuut van rust toonde een significante daling van de bloeddruk, meestal tussen de vijfde en zesde minuut. Er was geen significante variatie in thuisdruk over de drie opeenvolgende meetdagen. De bloeddruk was ’s avonds significant hoger dan ’s morgens; de gemiddelde verschillen waren 3 mmHg voor de systolische en 1,5 mmHg voor de diastolische bloeddruk. Vergeleken met bloeddrukmetingen op kantoor, leverden thuismetingen significant lagere systolische en diastolische bloeddrukgemiddelden op. Van de proefpersonen had 78% een hogere systolische en 69,9% een hogere diastolische bloeddruk bij meting op kantoor dan bij meting thuis. Systolische en diastolische bloeddrukverschillen waren niet-significant hoger voor vrouwen dan voor mannen en verschilden niet met de leeftijd.
Conclusies: De vergelijking van de distributies van de kantoor- en thuismetingen stelde ons in staat referentiewaarden voor te stellen voor het thuis meten van de bloeddruk. Deze werden vastgesteld door voor de thuismeting een bloeddruk te kiezen met hetzelfde percentiel als voor de kantoormeting volgens de criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie (140/90 en 160/95 mmHg). Volgens deze benadering zou de bovengrens voor normotensie bij thuismeting 127/83 mmHg en voor hypertensie 147/86 mmHg zijn. Hoewel deze benadering geen prognostische waarde heeft, zou zij nuttig kunnen zijn voor de interpretatie van de thuisbloeddruk.