Abstract
Schmidt’s (1975) schema theorie werd getest met proefpersonen die een snelle mikreactie moesten uitzenden terwijl ze een prismabril droegen. De bril stelde hen in staat het doel te zien, maar niet hun responderende ledemaat of de uitkomst van de beweging. Het probleem was om het effect te bepalen van (a) training met variabele richtoefeningen, en (b) het ervaren van visuele verplaatsingsinformatie van het doel, voorafgaand aan de training, op de prestaties bij de overdracht naar een nieuwe richtafstand. Er werd gebruik gemaakt van een 2 × 2 (type oefening × informatie over de verplaatsing) factorial design, waarbij vier groepen van 15 mannelijke studenten 60 trainingstests uitvoerden met verbale kennis van de resultaten. De groepen met variabele target oefening hadden minder fouten bij de initiële transfer naar het nieuwe target en gedurende de transfer dan de groepen met niet-variabele target oefening. Er werd geen bewijs gevonden dat erop wijst dat de leersnelheid voor een nieuwe doelafstand tijdens de overdracht in afwezigheid van KR een positieve functie is van de variabiliteit van de doeloefening tijdens de training. Evenmin werd er een effect gevonden voor het ervaren van visuele verplaatsingsinformatie op de prestaties tijdens de overdracht.